Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Kräuter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kräuter (Duits) in het Frans

Kräuter:

Kräuter [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kräuter (Würze)
    l'épices; l'aromates
    • épices [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aromates [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kräuter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aromates Kräuter; Würze
épices Kräuter; Würze Aroma; Geschmacksmacher; Gewürze

Wiktionary: Kräuter

Kräuter
noun
  1. (cuisine) herbes menues qui se mettent sur la salade ou qui s’emploient dans les ragoûts, comme l’estragon, le cerfeuil, le persil, la pimprenelle, etc.