Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Kötel:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kötel (Duits) in het Frans

Kötel:

Kötel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kötel (Kacke; Pup; Schmutz; )
    la merde; le caca; le matières fécales; la fiente; l'excréments

Vertaal Matrix voor Kötel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caca Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz Ausscheidungen; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot
excréments Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz Ausscheidungen; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Mist; Scheiße; Schmutz; Stuhlgang
fiente Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz Dreck; Kot; Mist; Schmutz
matières fécales Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz Dreck; Kot; Mist; Schmutz
merde Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz Ausscheidungen; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Mist; Scheiße; Schmutz
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
merde verdammt; verdammtnochmal