Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Import:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Import (Duits) in het Frans

Import:

Import [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Import (Einfuhr)
    l'importation; l'entrée

Vertaal Matrix voor Import:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entrée Einfuhr; Import Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Auffahrt; Drempel; Durchgang; Eindringen; Einfahrt; Eingang; Eingangshalle; Einkommen; Einnahme; Einsteigen; Eintrag; Eintragen; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Empfangsraum; Empfangsräume; Empfangszimmer; Foyer; Galerie; Halle; Haustürnische; Hineingehen; Kommen; Portal; Rampe; Rittersaal; Salon; Schwelle; Tür; Vorgericht; Zufahrtsstraße; Zugang; Zwischenzimmer
importation Einfuhr; Import Einfuhr

Synoniemen voor "Import":


Wiktionary: Import

Import
noun
  1. meist im Plural: die aus dem Ausland eingeführten Waren und Dienstleistungen
  2. Vorgang der Einfuhr von Waren und Dienstleistungen aus dem Ausland