Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal Hohn

Vertaal Hohn van Duits naar Frans

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Hohn:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Hohn (Duits) in het Frans

Hohn:

Hohn [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Hohn
    la diffamation; l'insulte; l'honte; la moquerie; le mépris; la dérision; le dédain; l'outrage; la raillerie; la risée; le sarcasme; l'objet de risée
  2. der Hohn (Verachtung; Gespött)
    le mépris; le dédain
    • mépris [le ~] zelfstandig naamwoord
    • dédain [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hohn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diffamation Hohn Anschwärzen; Anschwärzung; Beschneidung; Geklatsch; Geplapper; Gerede; Geschwätz; Gespött; Getratsch; Getratsche; Herabsetzung; Klatsch; Laster; Lästern; Lästerrede; Lästerung; Schande; Schmach; Schrumpfung; Schwarz machen; Schändung; Senkung; Spott; Spöttelei; Spötterei; Tratsch; Verleumdung; Verminderung; Verpetzen; Verringerung; Verspottung
dédain Gespött; Hohn; Verachtung Anzüglichkeit; Gehässigkeit; Geringschätzung; Sarkasmus; Stichelei; Verachtung; gehässige Bemerkung
dérision Hohn Gespött; Spott; Spöttelei; Spötterei; Verhöhnen; Verspotten; Verspottung
honte Hohn Gespött; Scham; Schamgefühl; Schande; Schandtat; Schändlichkeit; Skandal; Spott; Spöttelei; Spötterei; Verspottung; skandalöse Tat; skandalösee Tat
insulte Hohn Beleidigung; Beschimpfung; Gespött; Laster; Lästerung; Schande; Schimpfwort; Schmach; Schmähung; Spott; Spöttelei; Spötterei; Verhöhnung; Verleumdung; Verspottung
moquerie Hohn Gejohle; Gespött; Hohngelächter; Johlen; Lästerung; Schande; Schmähung; Spott; Spöttelei; Spötterei; Verhöhnen; Verhöhnung; Verleumdung; Verspotten; Verspottung
mépris Gespött; Hohn; Verachtung Anzüglichkeit; Gehässigkeit; Geringschätzung; Sarkasmus; Stichelei; Verachtung; gehässige Bemerkung
objet de risée Hohn Gespött; Spott; Spöttelei; Spötterei; Verspottung
outrage Hohn Gespött; Laster; Lästerung; Schande; Schmach; Spott; Spöttelei; Spötterei; Verleumdung; Verspottung
raillerie Hohn Bitterkeit; Dummheit; Erfreulichkeit; Feudenruf; Flause; Freude; Freudenfest; Freudentaumel; Frohsinn; Fröhlichkeit; Galgenhumor; Gaudi; Gefallen; Gejohle; Genuß; Geselligkeit; Gespött; Glückseligkeit; Heiterkeit; Hohngelächter; Johlen; Jubel; Jux; Keckheit; Kleinigkeit; Lust; Lästerung; Narrheit; Präsent; Schande; Scherz; Schmähung; Schäkerei; Schärfe; Seligkeit; Spaß; Spaßen; Spleen; Spott; Späßchen; Spöttelei; Spötterei; Streich; Torheit; Ulk; Unsinn; Vergnügen; Verhöhnen; Verhöhnung; Verleumdung; Verrücktheit; Verspotten; Verspottung; Witz
risée Hohn Gespött; Spott; Spöttelei; Spötterei; Verspottung
sarcasme Hohn Anzüglichkeit; Bitterkeit; Gehässigkeit; Gespött; Sarkasmus; Schärfe; Spott; Spöttelei; Spötterei; Stichelei; Verachtung; gehässige Bemerkung

Synoniemen voor "Hohn":


Wiktionary: Hohn

Hohn
noun
  1. demütigender, beißender Spott
Hohn
noun
  1. (religion) (term, surtout au pluriel) image, statue, idole, représentation de fausses divinités.
Cross Translation:
FromToVia
• Hohn → simulacre; honte; dérision ↔ aanfluiting — wat iets belachelijk of ten schande maakt

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0321 seconde
Page rendered in 1.0 seconds