Herkunft in het Frans vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Herkunft:
- origine; source; provenance; racines; descendance; ascendance; puits; source d'inspiration
Wiktionary:
- Herkunft → étymologie, origine, source
- Herkunft → origine, descendance

Duits

Uitgebreide vertaling voor Herkunft (Duits) in het Frans

die Herkunft (Abstammung)
l'origine; la source; la provenance; la racines; la descendance; l'ascendance
- origine [la ~] zelfstandig naamwoord
- source [la ~] zelfstandig naamwoord
- provenance [la ~] zelfstandig naamwoord
- racines [la ~] zelfstandig naamwoord
- descendance [la ~] zelfstandig naamwoord
- ascendance [la ~] zelfstandig naamwoord
die Herkunft (Inspirationsherkunft; Quelle; Station; Grube; Absender; Abfluß)
le puits; la source; la source d'inspiration
- puits [le ~] zelfstandig naamwoord
- source [la ~] zelfstandig naamwoord
- source d'inspiration [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ascendance	Abstammung; Herkunft
descendance	Abstammung; Herkunft	Abstammen; Brut; Gezücht; Nachkommen; Nachkommenschaft; Nachwelt; Sprößlinge
origine	Abstammung; Herkunft	Abstammen; Anfang; Anfangen; Beginn; Beginnpunkt; Einleitung; Eröffnung; Start; Ursprung
provenance	Abstammung; Herkunft
puits	Abfluß; Absender; Grube; Herkunft; Inspirationsherkunft; Quelle; Station	Deichseln; Gruben; Mienen; Mienenschächte; Schächte; Stiele; Wasserlöcher
racines	Abstammung; Herkunft
source	Abfluß; Absender; Abstammung; Grube; Herkunft; Inspirationsherkunft; Quelle; Station	Brunnen; Datenquelle; Flußquelle; Informationsquelle; Quelle; Quellenanbieter; Ursprung; Zisterne
source d'inspiration	Abfluß; Absender; Grube; Herkunft; Inspirationsherkunft; Quelle; Station

Herkunft

noun

Herkunft

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Herkunft	→ origine; descendance	↔ descent — lineage or hereditary derivation
• Herkunft	→ origine	↔ origin — ancestry