Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Hand:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hand (Duits) in het Frans

Hand:

Hand [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Hand
    la main; le poing; la patte; la griffe
    • main [la ~] zelfstandig naamwoord
    • poing [le ~] zelfstandig naamwoord
    • patte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • griffe [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Hand
    la main
    • main [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
griffe Hand
main Hand
patte Hand Pfote
poing Hand Faust

Synoniemen voor "Hand":


Wiktionary: Hand

Hand
noun
  1. Sport, Fußball: kurz für Handspiel
  2. veraltet: Handschrift
  3. Anatomie: Greiforgan bei Menschen und Affen
Hand
noun
  1. Celui qui, dans une administration etc. est chargé d’un emploi dont il doit rendre compte.
  2. anatomie|fr Partie du corps humain située au bout du bras, qui s’étend du poignet jusqu’au bout des doigts, qui sert à la préhension et au toucher.
verb
  1. Demander en mariage.
  2. Étreindre, presser.

Cross Translation:
FromToVia
Hand main hand — part of the fore limb
Hand main hand — set of cards held by a player in a card game

Verwante vertalingen van Hand