Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal Grus

Vertaal Grus van Duits naar Frans

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Grus:
- gravier; grumeau; gros morceau; morceau; motte; caillot; masse
Wiktionary:
- Grus → gravier

Duits

Uitgebreide vertaling voor Grus (Duits) in het Frans

Grus:

Grus [der ~] zelfstandig naamwoord

der Grus (Kieselstein; Kies)
le gravier
- gravier [le ~] zelfstandig naamwoord
der Grus (Klumpen; Brocken; Holzschuh; Klecks; Tölpel)
le grumeau; le gros morceau; le morceau; la motte; le caillot; la masse
- grumeau [le ~] zelfstandig naamwoord
- gros morceau [le ~] zelfstandig naamwoord
- morceau [le ~] zelfstandig naamwoord
- motte [la ~] zelfstandig naamwoord
- caillot [le ~] zelfstandig naamwoord
- masse [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Grus:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
caillot	Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel	Blutpropfen; Dreck; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz
gravier	Grus; Kies; Kieselstein	Einzelne Stein; Geröll; Kiesboden; Kieselsand; Schotter; Split; Steinschlag; Steinschläge
gros morceau	Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel
grumeau	Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel	Brocken; Dreck; Kandisstückchen; Klacks; Klecks; Klumpen; Klümpchen; Matsch; Schlamm; Schmutz; Scholle; Stück; Zuckerwürfel
masse	Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel	Andrang; Ansammlung; Ansturm; Bande; Berg; Emsigkeit; Gedränge; Gemenge; Getreibe; Getue; Gewicht; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Haufen; Herde; Horde; Häufung; Klumpen; Masse; Menge; Menschenmasse; Menschenmenge; Meute; Rummel; Schar; Schlichthämmer; Schlägel; Schwarm; Schwere; Stapel; Stoß; Stärke; Treiben; Trupp; Truppe; Volksmenge; große Masse
morceau	Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel	Absatz; Abschnitt; Anteil; Bestandteil; Brocken; Bruchstück; Bruchteil; Element; Kandisstückchen; Klumpen; Klümpchen; Scherbe; Schlitz; Schmiß; Schnitt; Scholle; Segment; Stück; Stückchen; Teil; Teilchen; Würfel; Würfelzucker; Zuckerwürfel; kleineSchnitt
motte	Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel	Haufen; Masse; Menge; Plagge; Rasenplagge; Rasenstück; Sode; Stapel; Torf; Torfboden; Torfmoor

Wiktionary: Grus

Grus

noun

géologie|fr roche détritique à éléments assez gros (sables grossiers et cailloux), d’origine fluviatile ou littorale (on dit aussi cailloutis).
- gravier → Grus; Schutt