Großmaul in het Frans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Großmaul:
- bluffeur; vantard; fanfaron; hâbleur; tapageur; chichiteux; drôle de type; drôle de coco
- braillard; pleurnicheur; criard
Wiktionary:
- Großmaul → grande gueule

Duits

Uitgebreide vertaling voor Großmaul (Duits) in het Frans

Großmaul:

Großmaul [das ~] zelfstandig naamwoord

Großmaul (Angeber; Schwätzer; Wichtigtuer; Aufschneider; Großsprecher; Großtuer; Dicktuer)
le bluffeur; le vantard; le fanfaron; l'hâbleur
- bluffeur [le ~] zelfstandig naamwoord
- vantard [le ~] zelfstandig naamwoord
- fanfaron [le ~] zelfstandig naamwoord
- hâbleur [le ~] zelfstandig naamwoord
Großmaul (Aufschneider; Angeber; Prahler; Großsprecher)
le vantard; le fanfaron
- vantard [le ~] zelfstandig naamwoord
- fanfaron [le ~] zelfstandig naamwoord
Großmaul (Wichtigtuer; Angeber; Schwätzer; Prahler; Aufschneider; Großsprecher; Großtuer; Dicktuer)
le tapageur; le chichiteux
- tapageur [le ~] zelfstandig naamwoord
- chichiteux [le ~] zelfstandig naamwoord
Großmaul (Prahler; Prahlhans)
le fanfaron; le drôle de type; le drôle de coco
- fanfaron [le ~] zelfstandig naamwoord
- drôle de type [le ~] zelfstandig naamwoord
- drôle de coco [le ~] zelfstandig naamwoord

Großmaul [der ~] zelfstandig naamwoord

der Großmaul (Schreihals; Schreier; Großmäuler; Heulpeter)
le braillard; le pleurnicheur; le criard
- braillard [le ~] zelfstandig naamwoord
- pleurnicheur [le ~] zelfstandig naamwoord
- criard [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Großmaul:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bluffeur	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großmaul; Großsprecher; Großtuer; Schwätzer; Wichtigtuer	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Geruchmacher; Großsprecher; Großtuer; Prahler; Wichtigtuer
braillard	Großmaul; Großmäuler; Heulpeter; Schreier; Schreihals	Polterer
chichiteux	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großmaul; Großsprecher; Großtuer; Prahler; Schwätzer; Wichtigtuer
criard	Großmaul; Großmäuler; Heulpeter; Schreier; Schreihals	Polterer
drôle de coco	Großmaul; Prahler; Prahlhans
drôle de type	Großmaul; Prahler; Prahlhans	Kauz; Pfuscher; Schuster; Stümper; Vogel
fanfaron	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großmaul; Großsprecher; Großtuer; Prahler; Prahlhans; Schwätzer; Wichtigtuer	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Geruchmacher; Großsprecher; Prahler; Prahlhans; Protz; Wichtigtuer; gauner
hâbleur	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großmaul; Großsprecher; Großtuer; Schwätzer; Wichtigtuer	Aufscheider; Dicktuer; Geruchmacher; Getratsch; Klatscherei
pleurnicheur	Großmaul; Großmäuler; Heulpeter; Schreier; Schreihals	Gejammer; Geleier; Heulliese; Heulpeter; Heulsuse; Leidtragende; Plärrer
tapageur	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großmaul; Großsprecher; Großtuer; Prahler; Schwätzer; Wichtigtuer	Anführer; Anführerin; Anstifter; Aufhetzer; Aufhetzerin; Aufschneider; Aufständische; Aufständischer; Aufwiegler; Krachmacher; Lärmmacher; Meuterer; Polterer; Rabatzmacher; Rabauke; Rebell; Rädelsführer; Rüpel; Sprücheklopfer; Störenfried; Wichtigtuer
vantard	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großmaul; Großsprecher; Großtuer; Prahler; Schwätzer; Wichtigtuer	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Geruchmacher; Großsprecher; Großtuer; Prahler; Prahlhans; Protz; Wichtigtuer; gauner
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bluffeur		dicktuerisch; großsprecherisch; prahlerisch
chichiteux		affektiert; anstellen; geschraubt; geziert
criard		anzüglich; gellend; geräuschvoll; grell; höllisch; laut; lautstark; lärmend; lärmig; schrill; schroff
fanfaron		angeberisch; auffallend; auffällig; aufgeblasen; aufgebläht; aufschneiderisch; dicktuerisch; großsprecherisch; hochmütig; hoffärtig; lauthals; lautstark; prahlerisch; protzend
hâbleur		auffallend; auffällig; aufgeblasen; aufgebläht; aufschneiderisch; dicktuerisch; großsprecherisch; hochmütig; hoffärtig; lauthals; lautstark; prahlerisch
pleurnicheur		weinerlich
tapageur		auffallend; auffällig; aufgeblasen; aufgebläht; aufschneiderisch; aus vollem Halse; aus voller Kehle; fest; gefühllos; geräuschvoll; hart; herb; hörbar; kaltblütig; laut; lauthals; lautstark; lärmend; lärmig; sauer; schnell; schreiend; schreierisch; schrill; schwierig; steif; streng; tosend; unsanft
vantard		angeberisch; auffallend; auffällig; aufgeblasen; aufgebläht; aufschneiderisch; dicktuerisch; großsprecherisch; hochmütig; hoffärtig; lauthals; lautstark; prahlerisch; protzend

Synoniemen voor "Großmaul":

Angeber; aufgeblasener Gimpel; Aufschneider; Großkotz; Großtuer; Maulheld; Möchtegern; Prahler; Prahlhans; Profilneurotiker; Renommist; Schaumschläger; Wichtigtuer; Windbeutel; Zampano; unangenehmer Mensch

Wiktionary: Großmaul

Cross Translation:

From	To	Via
• Großmaul	→ grande gueule	↔ big mouth — person who has such a "big mouth"

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal Großmaul van Duits naar Frans

Uitgebreide vertaling voor Großmaul (Duits) in het Frans

Großmaul:

Großmaul [das ~] zelfstandig naamwoord

Großmaul (Angeber; Schwätzer; Wichtigtuer; Aufschneider; Großsprecher; Großtuer; Dicktuer)

Großmaul (Aufschneider; Angeber; Prahler; Großsprecher)

Großmaul (Wichtigtuer; Angeber; Schwätzer; Prahler; Aufschneider; Großsprecher; Großtuer; Dicktuer)

Großmaul (Prahler; Prahlhans)

Großmaul [der ~] zelfstandig naamwoord

der Großmaul (Schreihals; Schreier; Großmäuler; Heulpeter)

Vertaal Matrix voor Großmaul:

Synoniemen voor "Großmaul":

Wiktionary: Großmaul