Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Giebelspitze:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Giebelspitze (Duits) in het Frans

Giebelspitze:

Giebelspitze [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Giebelspitze (Nock; Nocken)
    la partie supérieure; la faîte; le sommet; l'arète; la cime; la tuile
    • partie supérieure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • faîte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sommet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • arète [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cime [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tuile [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Giebelspitze:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arète Giebelspitze; Nock; Nocken Bergrücken; Fischgräte; Gebirgskamm; Gräte; Hügelrücken
cime Giebelspitze; Nock; Nocken Berggipfel; Gipfel; Gipfelpunkt; Höchsterreichbare; Höhepunkt; Spitze; Zentrumspitze
faîte Giebelspitze; Nock; Nocken Gipfel; Gipfelpunkt; Höhepunkt; Spitze
partie supérieure Giebelspitze; Nock; Nocken Aufsatz; Gipfel; Höhepunkt; Oberteil; Spitze
sommet Giebelspitze; Nock; Nocken Berggipfel; Gipfel; Gipfelkonferenz; Gipfelpunkt; Gipfeltreffen; Höchsterreichbare; Höhepunkt; Scheitelpunkt; Spitze; Vertex; Zenit; Zentrumspitze; höchster Punkt
tuile Giebelspitze; Nock; Nocken Dachpfanne; Dachziegel; Enttäuschung; Ernüchterung; Rückschlag

Computer vertaling door derden: