Gepolter in het Frans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Gepolter:
- tapements de pieds; fouettement; cliquetis; hurlements; tonnerre; hurlement; roulement; rugissement; grondement; mugissement; meuglement; criailleries; vociférations

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gepolter (Duits) in het Frans

Gepolter:

Gepolter [das ~] zelfstandig naamwoord

Gepolter (Poltern)
le tapements de pieds
- tapements de pieds [le ~] zelfstandig naamwoord
Gepolter (Geklapper; Geklirr)
le fouettement; le cliquetis
- fouettement [le ~] zelfstandig naamwoord
- cliquetis [le ~] zelfstandig naamwoord
Gepolter (Windheulen; Getöse; Gebrüll; Geheule; Getobe; Windgetöse)
l'hurlements; le tonnerre; l'hurlement; le roulement; le rugissement; le grondement; le mugissement; le meuglement; la criailleries
- hurlements [le ~] zelfstandig naamwoord
- tonnerre [le ~] zelfstandig naamwoord
- hurlement [le ~] zelfstandig naamwoord
- roulement [le ~] zelfstandig naamwoord
- rugissement [le ~] zelfstandig naamwoord
- grondement [le ~] zelfstandig naamwoord
- mugissement [le ~] zelfstandig naamwoord
- meuglement [le ~] zelfstandig naamwoord
- criailleries [la ~] zelfstandig naamwoord
Gepolter (Donner; Donnern)
le tonnerre; le roulement; le grondement
- tonnerre [le ~] zelfstandig naamwoord
- roulement [le ~] zelfstandig naamwoord
- grondement [le ~] zelfstandig naamwoord
Gepolter (Zetergeschrei; Schreien; Gebrüll; Geschimpfe; Gejohle; Gegröle; Johlen)
le rugissement; l'hurlement; l'hurlements; la vociférations
- rugissement [le ~] zelfstandig naamwoord
- hurlement [le ~] zelfstandig naamwoord
- hurlements [le ~] zelfstandig naamwoord
- vociférations [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gepolter:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cliquetis	Geklapper; Geklirr; Gepolter	Geklingel; Säbelklirren
criailleries	Gebrüll; Geheule; Gepolter; Getobe; Getöse; Windgetöse; Windheulen	Gebrüll; Gekeife; Gekreisch; Geschimpfe; Geschrei; Gezänk; Keiferei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Streit; Streiterei; Zetergeschrei; Zänkerei
fouettement	Geklapper; Geklirr; Gepolter
grondement	Donner; Donnern; Gebrüll; Geheule; Gepolter; Getobe; Getöse; Windgetöse; Windheulen	Anschnauz; Anschnauzer; Ausbruch; Ausladung; Bums; Dröhnen; Explosion; Fall; Gedröhn; Gedröhne; Geheul; Gejammer; Geklage; Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Geschnarch; Grollen; Grummen; Klagen; Knall; Knurren; Krach; Lamentieren; Plumps; Pöbel; Schimpferei; Schläge; Schmatzen; Schuß; Stöhnen; Vulkanausbruch; plötzlliche Enladung
hurlement	Gebrüll; Gegröle; Geheule; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Getobe; Getöse; Johlen; Schreien; Windgetöse; Windheulen; Zetergeschrei	Ausruf; Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kampfruf; Kreischen; Kriegsruf; Mordsgeschrei; Ruf; Schrei; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei
hurlements	Gebrüll; Gegröle; Geheule; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Getobe; Getöse; Johlen; Schreien; Windgetöse; Windheulen; Zetergeschrei	Gebrüll; Geheul; Gekreisch; Geschrei; Geweine; Jammern; Kreischen; Schluchzen; Schreien; Spektakel; Weinen; Wolfsgeheul; Zetergeschrei
meuglement	Gebrüll; Geheule; Gepolter; Getobe; Getöse; Windgetöse; Windheulen
mugissement	Gebrüll; Geheule; Gepolter; Getobe; Getöse; Windgetöse; Windheulen	Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei
roulement	Donner; Donnern; Gebrüll; Geheule; Gepolter; Getobe; Getöse; Windgetöse; Windheulen	Trommelwirbel; mechanische Lager
rugissement	Gebrüll; Gegröle; Geheule; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Getobe; Getöse; Johlen; Schreien; Windgetöse; Windheulen; Zetergeschrei	Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei
tapements de pieds	Gepolter; Poltern
tonnerre	Donner; Donnern; Gebrüll; Geheule; Gepolter; Getobe; Getöse; Windgetöse; Windheulen	Donner; Donnern
vociférations	Gebrüll; Gegröle; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Johlen; Schreien; Zetergeschrei
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tonnerre		verdammt; verflixt; verflucht

Remove Ads

Vertaal Gepolter van Duits naar Frans

Uitgebreide vertaling voor Gepolter (Duits) in het Frans

Gepolter:

Gepolter [das ~] zelfstandig naamwoord

Gepolter (Poltern)

Gepolter (Geklapper; Geklirr)

Gepolter (Windheulen; Getöse; Gebrüll; Geheule; Getobe; Windgetöse)

Gepolter (Donner; Donnern)

Gepolter (Zetergeschrei; Schreien; Gebrüll; Geschimpfe; Gejohle; Gegröle; Johlen)

Vertaal Matrix voor Gepolter: