Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal Geübtheit

Vertaal Geübtheit van Duits naar Frans

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Geübtheit:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Geübtheit (Duits) in het Frans

Geübtheit:

Geübtheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Geübtheit (Routine; Erfahrung; Praxis)
    l'expérience; la pratique; le savoir-faire; l'entraînement; l'étude; la routine; la formation; l'exercice

Vertaal Matrix voor Geübtheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entraînement Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine Abrichten; Abrichtung; Arztpraxis; Ausbildung; Bildung; Dressur; Entwicklung; Erziehung; Jähzorn; Kundig machen; Praxis; Schulung; Training; Treibstrom
exercice Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine Arztpraxis; Ausbildung; Ausübung; Fingerübung; Geschäftsjahr; Körperübung; Praxis; Rettungsbootübung; Schulung; Training; Übung
expérience Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine Anstrengung; Befund; Begeisterung; Beobachtung; Enthusiasmus; Erfahrung; Erkenntnis; Erleben; Erlebnis; Experiment; Test; Versuch
formation Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine Ansteigung; Arztpraxis; Aufstieg; Ausbildung; Bildung; Blüte; Dressur; Entfaltung; Entstehen; Entstehung; Entwicklung; Entwürfe; Erhöhung; Erziehung; Formation; Fortbildung; Fortgang; Fortgänge; Fortschritt; Gestaltung; Kundig machen; Praxis; Schule; Schulung; Training; Unterricht; Unterrichtswesen; Wachstum; Zunahme; Zuwachs
pratique Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine Arztpraxis; Ausübung; Praxis
routine Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine Alltagstrott; Routine
savoir-faire Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine Ausflug; Behendigkeit; Eignung; Fertigkeit; Fähigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kapazität; Kenntnis; Kenntnisse; Kniff; Know-how; Kunst; Kunstgriff; Können; Könnerschaft; Künste; Leistungsfähigkeit; Qualität; Sachkenntnis; Sachkunde; Sachverstand; Tauglichkeit; Trick; Tüchtigkeit; Wissen; fachmännischeKönnen
étude Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine Arztpraxis; Kurs; Kursus; Lehrgang; Praxis; Prüfung; Studium; Test
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pratique albern; angewandt; anspruchslos; bei weitem; brauchbar; die Praxis betreffend; dumm; einfach; geistlos; glatt; imHandumdrehen; kindisch; leicht; mühelos; nicht schwer; praktisch; schlicht; simpel; stumpf; stumpfsinnig

Synoniemen voor "Geübtheit":

  • Versiertheit

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0329 seconde
Page rendered in 1.0 seconds