Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal Garantie

Vertaal Garantie van Duits naar Frans

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Garantie:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Garantie (Duits) in het Frans

Garantie:

Garantie [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Garantie (Garantieschein)
    la garantie; le certificat de garantie
  2. die Garantie (Bürge; Bürgschaft; Gewähr; )
    la caution; le garant
    • caution [la ~] zelfstandig naamwoord
    • garant [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Garantie (gratis Kundendienst)
    la garantie; le service gratuit; le garant
  4. die Garantie (Sicherheit; Gewißheit; Pfand)
    la sûreté; la certitude; l'assurance; la fermeté
  5. die Garantie (Gewähr; Marke; Siegel; Garantieschein)
    le poinçon; la garantie

Vertaal Matrix voor Garantie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assurance Garantie; Gewißheit; Pfand; Sicherheit Assekuranz; Bestimmtheit; Dreistigkeit; Entschiedenheit; Entschlossenheit; Frechheit; Freimut; Freimütigkeit; Selbstgewißheit; Selbstsicherheit; Selbstvertrauen; Unverschämtheit; Versicherung
caution Bürge; Bürgschaft; Garantie; Garantieschein; Gewähr; Pfand; Sicherheit; Unterpfand Bürgschaft; Kaution; Kautionssumme; Pfand; Sicherheit; Sicherheitsleistung; Unterpfand
certificat de garantie Garantie; Garantieschein
certitude Garantie; Gewißheit; Pfand; Sicherheit Bestimmtheit; Entschiedenheit; Entschlossenheit; Essenz; Festigkeit; Gewißheit; Halt; Realität; Selbstgewißheit; Selbstsicherheit; Selbstvertrauen; Wesenheit; Wirklichkeit
fermeté Garantie; Gewißheit; Pfand; Sicherheit Bestimmtheit; Beständigkeit; Dauerhaftigkeit; Dichte; Dichtigkeit; Entschiedenheit; Entschlossenheit; Festigkeit; Gewißheit; Halt; Hartnäckigkeit; Heldentat; Herzhaftigkeit; Kühnheit; Rüstigkeit; Schneidigkeit; Sicherheit; Solidität; Stabilisierung; Stabilität; Stattlichkeit; Stetigkeit; Stämmigkeit; Tapferkeit; Tüchtigkeit; Unumstößlichkeit; Unverbrüchlichkeit; Verwegenheit
garant Bürge; Bürgschaft; Garantie; Garantieschein; Gewähr; Pfand; Sicherheit; Unterpfand; gratis Kundendienst Amtssiegel; Garant; Garantieschein; Gepräge; Kaution; Kautionssumme; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempeln
garantie Garantie; Garantieschein; Gewähr; Marke; Siegel; gratis Kundendienst Amtssiegel; Bestimmtheit; Bürgschaft; Entschiedenheit; Entschlossenheit; Garantieschein; Gepräge; Gewährleistung; Kaution; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Pfand; Pfande; Sicherheit; Sicherheitsleistung; Sicherung; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempeln; Unterpfand; Unterpfande
poinçon Garantie; Garantieschein; Gewähr; Marke; Siegel Ahle; Amtssiegel; Charaktereigenschaft; Charakteristik; Durchschlag; Eigenschaft; Garantieschein; Gepräge; Handelsmarke; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Pfriem; Schutzmarke; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempeln; Warenzeichen
service gratuit Garantie; gratis Kundendienst unentgeltliche Dienstleistung
sûreté Garantie; Gewißheit; Pfand; Sicherheit Bestimmtheit; Entschlossenheit

Synoniemen voor "Garantie":


Wiktionary: Garantie

Garantie
noun
  1. Bank: Bürgschaft, Haftung
  2. verbindliche Zusage
  3. Handel: schriftliche Zusicherung für fehlerfreie Leistung und kostenfreie Reparatur
  4. Sicherheit, Gewähr
Garantie
noun
  1. engagement par lequel on garantir. Il se dit surtout en matière de procédure et de négociations.
Cross Translation:
FromToVia
• Garantie → garantie ↔ guarantee — anything that assures a certain outcome
• Garantie → garantie ↔ warranty — legal: engagement or undertaking that a certain fact is as promised







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0517 seconde
Page rendered in 1.0 seconds