Duits

Uitgebreide vertaling voor Frager (Duits) in het Frans

Frager:

Frager [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Frager (Schacherer)
    le faucheur; le chipeur; le tapeur; l'écornifleur
  2. der Frager (Fragensteller; Interpellant)
    l'interrogateur; l'intervieweur; l'interpellateur
  3. der Frager (Pfennigfuchser; Knauser; Schacherer)
    le chipeur; l'écornifleur; le faucheur; le grippe-sou; le traficoteur

Vertaal Matrix voor Frager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chipeur Frager; Knauser; Pfennigfuchser; Schacherer Dieb; Langfinger
faucheur Frager; Knauser; Pfennigfuchser; Schacherer Locher; Mäher; Rasenmäher
grippe-sou Frager; Knauser; Pfennigfuchser; Schacherer Geizhals; Geizhälse; Knauser; Pfennigfuchser; Schacherer; Zitterer
interpellateur Fragensteller; Frager; Interpellant Fragesteller
interrogateur Fragensteller; Frager; Interpellant Examinator; Prüfer; Untersucher
intervieweur Fragensteller; Frager; Interpellant
tapeur Frager; Schacherer
traficoteur Frager; Knauser; Pfennigfuchser; Schacherer Geizhals; Knauser; Pfennigfuchser; Schacherer
écornifleur Frager; Knauser; Pfennigfuchser; Schacherer Arbeitstier; Arschkrieger; Kriecher; Lebenskünstler; Schleicher; Speichellecker
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
interrogateur informierent; lernbegierig; nachfragend; wissensdurstig