Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Flucht:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Flucht (Duits) in het Frans

Flucht:

Flucht [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Flucht (Ausbruch; Entkommen; Entwischen)
    l'évasion; la fuite
    • évasion [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fuite [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Flucht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fuite Ausbruch; Entkommen; Entwischen; Flucht Leck; Leckage; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung
évasion Ausbruch; Entkommen; Entwischen; Flucht Hinterziehung; Umgehung

Synoniemen voor "Flucht":


Wiktionary: Flucht

Flucht
noun
  1. rasches entfliehen von einer Sache, die Gefahr oder Unglück verheißen
Flucht
noun
  1. Action de fuir
  2. Action de s’évader.

Cross Translation:
FromToVia
Flucht échappatoire; évasion escape — act of leaving a dangerous or unpleasant situation
Flucht fuite flight — act of fleeing