Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Flaum:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Flaum (Duits) in het Frans

Flaum:

Flaum [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Flaum (Flaumhaar; Daunen)
    le duvet
    • duvet [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Flaum (Bolz; Stift; Zapfen; )
    la cheville; la clavette; le tenon
    • cheville [la ~] zelfstandig naamwoord
    • clavette [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tenon [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Flaum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cheville Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen Fußgelenk; Gehhilfe; Keil; Knöchelgelenk; Nagel; Schmelzsicherung; Sicherung; Sicherungsschraube; Sprunggelenk
clavette Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen Keil; Sicherungsschraube
duvet Daunen; Flaum; Flaumhaar Deckbett; Federbett; Schlafsack
tenon Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen Keil; Pflock; Zelthering

Wiktionary: Flaum

Flaum
noun
  1. Sorte de plume courte, molle et frisée, qui pousser la premier sur le corps des oiseaux et est particulièrement fournie chez les cygnes et les oies.

Cross Translation:
FromToVia
Flaum duvet fluff — light fur etc