Feststellung in het Frans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Feststellung:
- conclusion; considération finale; clôture; finale; bilan; achèvement; fin; assertion; affirmation; allégation; supposition; position
Wiktionary:
- Feststellung → établissement

Duits

Uitgebreide vertaling voor Feststellung (Duits) in het Frans

Feststellung:

Feststellung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Feststellung (Schlußbetrachtung; Konklusion; Schlußfolgerung; Schluß; Ergebnis; Folgerung)
la conclusion; la considération finale; la clôture; la finale; le bilan; l'achèvement; la fin
- conclusion [la ~] zelfstandig naamwoord
- considération finale [la ~] zelfstandig naamwoord
- clôture [la ~] zelfstandig naamwoord
- finale [la ~] zelfstandig naamwoord
- bilan [le ~] zelfstandig naamwoord
- achèvement [le ~] zelfstandig naamwoord
- fin [la ~] zelfstandig naamwoord
die Feststellung (Behauptung; Aufstellung; These)
l'assertion; l'affirmation; l'allégation; la supposition; la position
- assertion [la ~] zelfstandig naamwoord
- affirmation [la ~] zelfstandig naamwoord
- allégation [la ~] zelfstandig naamwoord
- supposition [la ~] zelfstandig naamwoord
- position [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Feststellung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
achèvement	Ergebnis; Feststellung; Folgerung; Konklusion; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung	Abbauen; Abkriegen; Abschluß; Abschreiben; Absolvieren; Aufhören; Ausscheiden; Beenden; Beendigung; Beendung; Ende; Ergänzung; Fertigstellung; Nachtrag; Schlachten; Vollenden; Vollendung
affirmation	Aufstellung; Behauptung; Feststellung; These	Angeben; Beglaubigung; Bekräftigung; Bestätigung; Konsolidierung; behauptung
allégation	Aufstellung; Behauptung; Feststellung; These
assertion	Aufstellung; Behauptung; Feststellung; These	Angeben; Annahme; Behauptung; Hypothese; These; behauptung
bilan	Ergebnis; Feststellung; Folgerung; Konklusion; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung	Bilanz; Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Jahresabschluß; Konklusion; Resultat; Schluß
clôture	Ergebnis; Feststellung; Folgerung; Konklusion; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung	Abdichten; Abschliessen; Abschluß; Balustrade; Barrikade; Bauzaun; Beendigung; Beendung; Bretterzaun; Bucht; Dichten; Drahtgitter; Einzäunung; Ende; Festungsmauer; Gatter; Gitter; Gittertür; Gitterumzäunung; Gitterwerk; Gitterzaun; Gitterzäune; Holzwall; Knick; Mauer; Schliessen; Sperre; Sperrung; Umgitterung; Umzäunung; Vergitterung; Versperrung; Wallhecke; Wand; Zaun; vergitterung
conclusion	Ergebnis; Feststellung; Folgerung; Konklusion; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung	Ende; Endergebnis; Entknotung; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Lösung; Resultat; Schluß
considération finale	Ergebnis; Feststellung; Folgerung; Konklusion; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung
fin	Ergebnis; Feststellung; Folgerung; Konklusion; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung	Ablauf; Abschluß; Aufhören; Ausklang; Auslauf; Ausscheiden; Beendigung; Beendung; Beschluß; Ende; Endkampf; Endlauf; Endpunkt; Entknotung; Finish; Lösung; Schluß; Schlußstück; Schlußteil; Ziel; Ziellinie
finale	Ergebnis; Feststellung; Folgerung; Konklusion; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung	Ablauf; Ausklang; Auslauf; Beschluß; Endkampf; Endlauf; Endpunkt; Endrunde; Endspiel; Finale; Finalist; Schlußnummer; Schlußstück; Schlußteil
position	Aufstellung; Behauptung; Feststellung; These	Annahme; Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Arbeit; Arbeitsplatz; Arbeitsverhältnis; Behauptung; Beschaffenheit; Denkweise; Dienststelle; Dienstverhältnis; Drehort; Funktion; Gemütszustand; Grad; Kondition; Lage; Lokation; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Position; Rang; Rangfolge; Rangordnung; Rechtslage; Stand; Standort; Stelle; Stellung; Stellungnahme; These; Titel; Verfassung; Wirkungskreis; Zustand
supposition	Aufstellung; Behauptung; Feststellung; These	Ahnung; Annahme; Annehmen; Berechnung; Bewertung; Einschätzung; Glaube; Hypothese; Mutmaßung; Schätzung; Taxation; Taxierung; Unterstellen; Verdacht; Vermuten; Vermutung; Voraussetzung; Vorgefühl; Wertung
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fin		abgefeimt; anmutig; aufgeweckt; ausgekocht; ausgeschlafen; behende; beleidigend; berechnend; bissig; clever; delikat; dreist; durchtrieben; dünn; edel; elegant; entzückend; falsch; fein; feiner Geschmack; feinfühlig; flink; flott; galant; geistreich; gemütlich; gerissen; gescheit; geschickt; geschmeidig; gewandt; gewichst; gewiegt; geübt; glatt; grazil; graziös; helle; hinterhältig; hinterlistig; hold; hübsch; klug; kränkend; leichtgebaut; lieblich; link; listig; pfiffig; raffiniert; rank; reizend; scharf; scharfsinnig; schick; schlagfertig; schlank; schlau; schmerzend; schmerzhaft; schmerzlich; schmächtig; schneidig; scmächtig; spitzfindig; spitzig; subtil; verschlagen; verschmitzt; zart; zerbrechlich; zierlich; zierlich gebaut