Feindschaft in het Frans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Feindschaft:
- haine; aversion; animosité; rancune; hostilité; ressentiment; dépit; aigreur; inimitié; anticléricalisme; haine religieuse; hargnue; mauvaise humeur; irascibilité
Wiktionary:
- Feindschaft → hostilité
- Feindschaft → inimitié, querelle, hostilité

Duits

Uitgebreide vertaling voor Feindschaft (Duits) in het Frans

Feindschaft:

Feindschaft [die ~] zelfstandig naamwoord

die Feindschaft (Haß)
l'haine; l'aversion
- haine [la ~] zelfstandig naamwoord
- aversion [la ~] zelfstandig naamwoord
die Feindschaft (Animosität; Haß)
l'haine; l'animosité; la rancune; l'hostilité
- haine [la ~] zelfstandig naamwoord
- animosité [la ~] zelfstandig naamwoord
- rancune [la ~] zelfstandig naamwoord
- hostilité [la ~] zelfstandig naamwoord
die Feindschaft (Fehde; Feindseligkeit; Animosität)
le ressentiment; l'haine; le dépit; la rancune; l'hostilité; l'animosité; l'aigreur; l'inimitié
- ressentiment [le ~] zelfstandig naamwoord
- haine [la ~] zelfstandig naamwoord
- dépit [le ~] zelfstandig naamwoord
- rancune [la ~] zelfstandig naamwoord
- hostilité [la ~] zelfstandig naamwoord
- animosité [la ~] zelfstandig naamwoord
- aigreur [la ~] zelfstandig naamwoord
- inimitié [la ~] zelfstandig naamwoord
die Feindschaft (Reliogionshaß; Haß)
l'anticléricalisme; l'haine religieuse
- anticléricalisme [le ~] zelfstandig naamwoord
- haine religieuse [la ~] zelfstandig naamwoord
die Feindschaft (Feindseligkeit; Ärger; Haß; Groll; Mürrigkeit; Kratzbürstigkeit)
l'hargnue; la mauvaise humeur; l'irascibilité
- hargnue [la ~] zelfstandig naamwoord
- mauvaise humeur [la ~] zelfstandig naamwoord
- irascibilité [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Feindschaft:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aigreur	Animosität; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit	Bissigkeit; Bitterkeit; Groll; Heftigkeit; Knauserei; Nachtragendheit; Rauhheit; Ressentiment; Sauer; Schneidigkeit; Schnippigkeit; Schärfe; Spitzigkeit; Stachlichkeit; Säure; Unwirtlichheit; Verbitterung
animosité	Animosität; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit; Haß	Feindlichkeit; Feindseligkeit; Groll
anticléricalisme	Feindschaft; Haß; Reliogionshaß
aversion	Feindschaft; Haß	Abneigung; Abscheu; Abstoßen; Abweisen; Antipathie; Ekel; Greuel; Unlust; Unwille; Widerwille; Widerwilligkeit
dépit	Animosität; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit
haine	Animosität; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit; Haß	Anzüglichkeit; Feindlichkeit; Feindseligkeit; Gehässigkeit; Groll; Sarkasmus; Stichelei; Verachtung; gehässige Bemerkung
haine religieuse	Feindschaft; Haß; Reliogionshaß
hargnue	Feindschaft; Feindseligkeit; Groll; Haß; Kratzbürstigkeit; Mürrigkeit; Ärger
hostilité	Animosität; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit; Haß	Feindlichkeit; Feindseligkeit; Groll
inimitié	Animosität; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit
irascibilité	Feindschaft; Feindseligkeit; Groll; Haß; Kratzbürstigkeit; Mürrigkeit; Ärger	Empfindlichkeit; Erregbarkeit; Grämlichkeit; Heißblütigkeit; Reizbarkeit; Stachlichkeit; Verdrießlichkeit; Vollblütigkeit
mauvaise humeur	Feindschaft; Feindseligkeit; Groll; Haß; Kratzbürstigkeit; Mürrigkeit; Ärger	Empfindlichkeit; Erregbarkeit; Griesgram; Launigkeit; Reizbarkeit; Stachlichkeit; Verstimmung
rancune	Animosität; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit; Haß	Groll; Nachtragendheit; Rachegefühl; Rachsucht; Ressentiment; Verbitterung
ressentiment	Animosität; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit	Eifersucht; Jalousie; Mißgunst; Nachtragendheit; Neid; Rachsucht; Ressentiment

Synoniemen voor "Feindschaft":

Anfeindung; Antipathie

Wiktionary: Feindschaft

Feindschaft

noun

Gegnerschaft; feindliche Haltung/ Gesinnung
- Feindschaft → hostilité

Cross Translation:

From	To	Via
• Feindschaft	→ inimitié	↔ enmity — hostile or unfriendly disposition
• Feindschaft	→ querelle	↔ feud — A state of long-standing mutual hostility
• Feindschaft	→ hostilité; inimitié	↔ vijandschap — een toestand van op voet van oorlog zijn

Remove Ads

Vertaal Feindschaft van Duits naar Frans

Uitgebreide vertaling voor Feindschaft (Duits) in het Frans

Feindschaft:

Feindschaft [die ~] zelfstandig naamwoord

die Feindschaft (Haß)

die Feindschaft (Animosität; Haß)

die Feindschaft (Fehde; Feindseligkeit; Animosität)

die Feindschaft (Reliogionshaß; Haß)

die Feindschaft (Feindseligkeit; Ärger; Haß; Groll; Mürrigkeit; Kratzbürstigkeit)

Vertaal Matrix voor Feindschaft:

Synoniemen voor "Feindschaft":

Wiktionary: Feindschaft