Faseler in het Frans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Faseler:
- bavard; radoteur; lambin; tire-au-flanc; retardataire; traînard

Duits

Uitgebreide vertaling voor Faseler (Duits) in het Frans

Faseler:

Faseler [der ~] zelfstandig naamwoord

der Faseler (Quasselstrippe; Faselhans)
le bavard; le radoteur
- bavard [le ~] zelfstandig naamwoord
- radoteur [le ~] zelfstandig naamwoord
der Faseler (Trödler; Faulpelz; Quasselstrippe; Salzsack; Faselhans; Drückebergerin; Nachzügler; Zauderer; Trödelliese; Drückeberger; Faulenzer; Nörgler)
le lambin; le tire-au-flanc; le retardataire; le traînard
- lambin [le ~] zelfstandig naamwoord
- tire-au-flanc [le ~] zelfstandig naamwoord
- retardataire [le ~] zelfstandig naamwoord
- traînard [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Faseler:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bavard	Faseler; Faselhans; Quasselstrippe	Erzähler; Klatschbase; Klatschmaul; Klatschtante; Plauderer; Quasselstrippe; Quasseltante; Quatschkopf; Schwätzer; jemand der sehr viel Unsinn redet
lambin	Drückeberger; Drückebergerin; Faseler; Faselhans; Faulenzer; Faulpelz; Nachzügler; Nörgler; Quasselstrippe; Salzsack; Trödelliese; Trödler; Zauderer	Bummelant; Drückeberger; Drückebergerin; Faulenzer; Faulpelz; Flasche; Lustlosig Person; Müßiggänger; Nichtsnutz; Salzsack; Taugenichts; gescheiterte Existenz
radoteur	Faseler; Faselhans; Quasselstrippe	Ekel; Faselhans; Faseltante; Griesgram; Klatschbase; Klatschmaul; Meckerer; Meckerfritze; Nölpeter; Nölsuse; Nörgler; Plapperer; Quasselstrippe; Quasseltante; Quatschkopf; Quengler; Sabberer; Schwätzerin; jemand der sehr viel Unsinn redet
retardataire	Drückeberger; Drückebergerin; Faseler; Faselhans; Faulenzer; Faulpelz; Nachzügler; Nörgler; Quasselstrippe; Salzsack; Trödelliese; Trödler; Zauderer	Hinterbliebene; Nachzügler; Spätkommer; Trödler
tire-au-flanc	Drückeberger; Drückebergerin; Faseler; Faselhans; Faulenzer; Faulpelz; Nachzügler; Nörgler; Quasselstrippe; Salzsack; Trödelliese; Trödler; Zauderer	Drückeberger; Drückebergerin; Faulpelz
traînard	Drückeberger; Drückebergerin; Faseler; Faselhans; Faulenzer; Faulpelz; Nachzügler; Nörgler; Quasselstrippe; Salzsack; Trödelliese; Trödler; Zauderer	Drückeberger; Drückebergerin; Faulpelz; Hinterbliebene; Nachzügler; Salzsack; Trödler; Zauderer
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bavard		geschwätzig; indiskret; schwatzhaft; vielsprecherei
lambin		langsam; schleppend; träge; trödelig; unentschlossen; unschlüssig; zauderhaft; zögernd
traînard		langsam; schwerfällig; träge

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal Faseler van Duits naar Frans

Uitgebreide vertaling voor Faseler (Duits) in het Frans

Faseler:

Faseler [der ~] zelfstandig naamwoord

der Faseler (Quasselstrippe; Faselhans)

der Faseler (Trödler; Faulpelz; Quasselstrippe; Salzsack; Faselhans; Drückebergerin; Nachzügler; Zauderer; Trödelliese; Drückeberger; Faulenzer; Nörgler)

Vertaal Matrix voor Faseler: