Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Fang:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fang (Duits) in het Frans

Fang:

Fang [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fang
    le flanchet; le frein de la roue
  2. der Fang (Abfang)
    la capture; l'interception; la prise

Vertaal Matrix voor Fang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
capture Abfang; Fang ausschneiden
flanchet Fang
frein de la roue Fang
interception Abfang; Fang Abfangen
prise Abfang; Fang Anfassen; Anpacken; Anwandeln; Aufnahme; Bemächtigung; Einnahme; Festnehmen; Festpacken; Halt; Laufgestell; Machtergreifung; Ohr; Stecker; Tassenohr; Überwältigung

Synoniemen voor "Fang":

  • Fischzug
  • Diebesbeute; Diebesgut; Hehlerware; Raubgut; Sore; vom Laster gefallen; vom LKW gefallen

Wiktionary: Fang

Fang
noun
  1. kein Plural: das Fangen oder Jagen von Tieren
Fang
noun
  1. Recherche, quête