Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Fahrspur:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fahrspur (Duits) in het Frans

Fahrspur:

Fahrspur [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Fahrspur (Fahrbahn; Fahrstrecke; Straße; Fahrstreifen; Straßenabschnitt)
    la bande de voie; la chaussée; la voie; la piste

Vertaal Matrix voor Fahrspur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bande de voie Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Straße; Straßenabschnitt
chaussée Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Straße; Straßenabschnitt Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg
piste Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Straße; Straßenabschnitt Audiotitel; Bahn; Chaussee; Feldweg; Piste; Radrennbahn; Rennbahn; Rundstrecke; Stadionring; Straße; Strecke; Titel; Weg
voie Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Straße; Straßenabschnitt Arbeitsverhältnis; Bahn; Chaussee; Dienststelle; Dienstverhältnis; Fahrbahn; Feldweg; Karriere; Stellung; Straße; Strecke; Teilstrecke; Verkehrsstreifen; Weg

Synoniemen voor "Fahrspur":


Wiktionary: Fahrspur

Fahrspur
noun
  1. Voie particulière