Erzieher in het Frans vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Erzieher:
- éducateur; personne qui éduque; éducateurs; maître; instituteur; enseignant; maîtresse; enseignante; maître d'école
Wiktionary:
- Erzieher → éducateur

Duits

Uitgebreide vertaling voor Erzieher (Duits) in het Frans

der Erzieher (Lehrer)
l'éducateur; la personne qui éduque
- éducateur [le ~] zelfstandig naamwoord
- personne qui éduque [la ~] zelfstandig naamwoord
der Erzieher (Ausbilder)
l'éducateurs
- éducateurs [le ~] zelfstandig naamwoord
der Erzieher (Lehrer; Schulmeister; Lehrmeister; Lehrkraft; Herr Lehrer; Ausbilder)
le maître; l'instituteur; l'enseignant; la maîtresse; l'enseignante; le maître d'école
- maître [le ~] zelfstandig naamwoord
- instituteur [le ~] zelfstandig naamwoord
- enseignant [le ~] zelfstandig naamwoord
- maîtresse [la ~] zelfstandig naamwoord
- enseignante [la ~] zelfstandig naamwoord
- maître d'école [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
enseignant	Ausbilder; Erzieher; Herr Lehrer; Lehrer; Lehrkraft; Lehrmeister; Schulmeister	Lehrer; Lehrkraft
enseignante	Ausbilder; Erzieher; Herr Lehrer; Lehrer; Lehrkraft; Lehrmeister; Schulmeister	Dozentin; Lehrer; Lehrerin; Lehrkraft; Schullehrerin
instituteur	Ausbilder; Erzieher; Herr Lehrer; Lehrer; Lehrkraft; Lehrmeister; Schulmeister	Lehrer; Lehrkraft
maître	Ausbilder; Erzieher; Herr Lehrer; Lehrer; Lehrkraft; Lehrmeister; Schulmeister	Autorität; Chef; Fürst; Gebieter; Gewaltherrscher; Gouverneur; Haupt; Herr; Herrscher; König; Landvogt; Lehrer; Lehrkraft; Maestro; Magister; Meister; Oberhaupt; Statthalter; Vorgesetzte; Vorsteher
maître d'école	Ausbilder; Erzieher; Herr Lehrer; Lehrer; Lehrkraft; Lehrmeister; Schulmeister	Lehrer; Lehrkraft
maîtresse	Ausbilder; Erzieher; Herr Lehrer; Lehrer; Lehrkraft; Lehrmeister; Schulmeister	Ausbilder; Dozentin; Freund; Freundin; Gebieterin; Geliebte; Geliebter; Genossin; Herrin; Herzfreundin; Lehrer; Lehrerin; Lehrkraft; Lehrmeister; Liebchen; Liebhaber; Liebling; Liebste; Meisterin; Mätresse; Schullehrerin
personne qui éduque	Erzieher; Lehrer
éducateur	Erzieher; Lehrer	Lehrer; Lehrkraft
éducateurs	Ausbilder; Erzieher	Ausbilder; Lehrmeister
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
enseignant		lehrend; unterrichtend
éducateur		erzeugend; gut erzogen

Erzieher

noun

pädagogischer Beruf, bei dem Kindern und Jugendlichen soziale Verhaltensregeln und Bildungsinhalte vermittelt werden
- Erzieher → éducateur