Ersparnis in het Frans vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Ersparnis:
- crédit; avoir; épargnes; économies; magots; réduction de dépenses; économie; épargne

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ersparnis (Duits) in het Frans

die Ersparnis (Guthaben; Besitz; Kredit; Habe; Besitztum; Eigentum)
le crédit; l'avoir
- crédit [le ~] zelfstandig naamwoord
- avoir [le ~] zelfstandig naamwoord
die Ersparnis (Spargroschen; Guthaben)
l'épargnes; l'économies; le magots
- épargnes [la ~] zelfstandig naamwoord
- économies [la ~] zelfstandig naamwoord
- magots [le ~] zelfstandig naamwoord
die Ersparnis (Ersparung; Einsparung; Aussparung)
la réduction de dépenses; l'économie
- réduction de dépenses [la ~] zelfstandig naamwoord
- économie [la ~] zelfstandig naamwoord
die Ersparnis
l'épargne
- épargne [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avoir	Besitz; Besitztum; Eigentum; Ersparnis; Guthaben; Habe; Kredit	Gutschrift; Reichtum; Vermögen
crédit	Besitz; Besitztum; Eigentum; Ersparnis; Guthaben; Habe; Kredit	Anleihe; Darlehen; Kompliment; Kredit; Kreditverleihung; Lob; Passiva; Vorschuß
magots	Ersparnis; Guthaben; Spargroschen
réduction de dépenses	Aussparung; Einsparung; Ersparnis; Ersparung	Beschneidung; Einschränkung; Einsparung; Kostenersparnis; Kürzung; Rückgang; Senkung; Verminderung; Verringerung
économie	Aussparung; Einsparung; Ersparnis; Ersparung	Beschneidung; Einschränkung; Einsparung; Konjunktur; Kostenersparnis; Kürzung; Nationalökonomie; Rückgang; Senkung; Sparsamkeit; Spärlichkeit; Staatswirtschaft; Staatsökonomie; Verminderung; Verringerung; Volkswirtschaft; Wirtschaft; Wirtschaftlichkeit; Ökonomie
économies	Ersparnis; Guthaben; Spargroschen
épargne	Ersparnis	Einschränkung; Einsparung; Sparsamkeit; Spärlichkeit; Wirtschaftlichkeit
épargnes	Ersparnis; Guthaben; Spargroschen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avoir		beschwindeln; besitzen; haben; hereinlegen; verarschen