Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Durchbrechen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Durchbrechen (Duits) in het Frans

Durchbrechen:

Durchbrechen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Durchbrechen (Durchbruch)
    la percée; le percement; la troué; la rupture de digue

Vertaal Matrix voor Durchbrechen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
percement Durchbrechen; Durchbruch Aufgehen; Deichbruch; Durchbruch
percée Durchbrechen; Durchbruch Angreifen; Aufgehen; Ausfall machen; Deichbruch; Durchblick; Durchbruch; Guckloch; Gucklöcher
rupture de digue Durchbrechen; Durchbruch Aufgehen; Deichbruch; Durchbruch
troué Durchbrechen; Durchbruch Aufgehen; Deichbruch; Durchbruch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
troué angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen