Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Deut:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Deut (Duits) in het Frans

Deut:

Deut [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Deut (Heller)
    l'argent; le denier; le blé; le fric; le pognon; le capitaux
    • argent [le ~] zelfstandig naamwoord
    • denier [le ~] zelfstandig naamwoord
    • blé [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fric [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pognon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • capitaux [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Deut
    le soupçon

Vertaal Matrix voor Deut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
argent Deut; Heller Cente; Geld; Gelder; Knete; Kohle; Mûnze; Silber; kleines Geld
blé Deut; Heller Cente; Geld; Gelder; Getreide; Knete; Kohle; Korn; Mûnze; Weizen; kleines Geld
capitaux Deut; Heller Cente; Geld; Gelder; Knete; Kohle; Mûnze; kleines Geld
denier Deut; Heller Fünfcentstück
fric Deut; Heller Cente; Geld; Gelder; Knete; Kohle; Mûnze; kleines Geld
pognon Deut; Heller Cente; Geld; Gelder; Knete; Kohle; Mûnze; kleines Geld
soupçon Deut Abglanz; Ahnung; Angewohnheit; Annahme; Annehmen; Argwohn; Eingebung; Glaube; Mißtrauen; Schein; Schuß; Spritzer; Spur; Verdacht; Vermuten; Vermutung; Voraussetzung; Vorgefühl