Duits
Uitgebreide vertaling voor Blitz (Duits) in het Frans
Blitz:
-
der Blitz (Wetterleuchten)
-
der Blitz (Schlucker; Schlag; Strahl)
-
der Blitz
-
der Blitz (Lichtsignal; Strahl; Lichtzeichen)
Vertaal Matrix voor Blitz:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
flash | Blitz; Lichtsignal; Lichtzeichen; Schlag; Schlucker; Strahl | Blitzlampe; Blitzlicht; Flimmern; Funkeln; Glitzern; Glänzen; Lichtsignal; Lichtzeichen; Reklame; Reklamefilm; Schimmer; Werbefilm; Werbung |
foudre | Blitz; Schlag; Schlucker; Strahl; Wetterleuchten | |
signal lumineux | Blitz; Lichtsignal; Lichtzeichen; Strahl | Flimmern; Funkeln; Glitzern; Glänzen; Lichtsignal; Lichtzeichen; Schimmer |
éclair | Blitz; Lichtsignal; Lichtzeichen; Schlag; Schlucker; Strahl; Wetterleuchten | Blitzlicht; Flimmern; Funkeln; Glitzern; Glänzen; Himmelsfeuer; Lichtsignal; Lichtzeichen; Pfeil; Schimmer; Strahl; Wetterleuchten |
étincellement | Blitz; Lichtsignal; Lichtzeichen; Strahl | Blitzen; Flackern; Flimmern; Funkeln; Glitzern; Glänzen; Lichtsignal; Lichtzeichen; Schimmer; Schimmern; Sprudeln |
Synoniemen voor "Blitz":
Wiktionary: Blitz
Blitz
Cross Translation:
noun
Blitz
-
(umgangssprachlich) Blitzgerät, Blitzlicht, Blitzlichtgerät; das für [2] benutzte Gerät (meist am Fotoapparat)
- Blitz → flash
-
ein sehr kurzes Aufleuchten
- Blitz → flash
-
Physik, Meteorologie: sichtbare Lichterscheinung bei einer elektrischen Entladung
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Blitz | → éclair | ↔ lightning — flash of light |
• Blitz | → foudre | ↔ hemelvuur — (formeel, nld) bliksem |