Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal Bitterkeit

Vertaal Bitterkeit van Duits naar Frans

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Bitterkeit:
- âcreté; âpreté; aigreur; raillerie; sarcasme
Wiktionary:
- Bitterkeit → âcreté
- Bitterkeit → acerbité, amertume

Duits

Uitgebreide vertaling voor Bitterkeit (Duits) in het Frans

Bitterkeit:

Bitterkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Bitterkeit (Groll; Verbitterung)
l'âcreté; l'âpreté; l'aigreur
- âcreté [la ~] zelfstandig naamwoord
- âpreté [la ~] zelfstandig naamwoord
- aigreur [la ~] zelfstandig naamwoord
die Bitterkeit (Schärfe)
la raillerie; le sarcasme
- raillerie [la ~] zelfstandig naamwoord
- sarcasme [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bitterkeit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aigreur	Bitterkeit; Groll; Verbitterung	Animosität; Bissigkeit; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit; Groll; Heftigkeit; Knauserei; Nachtragendheit; Rauhheit; Ressentiment; Sauer; Schneidigkeit; Schnippigkeit; Schärfe; Spitzigkeit; Stachlichkeit; Säure; Unwirtlichheit; Verbitterung
raillerie	Bitterkeit; Schärfe	Dummheit; Erfreulichkeit; Feudenruf; Flause; Freude; Freudenfest; Freudentaumel; Frohsinn; Fröhlichkeit; Galgenhumor; Gaudi; Gefallen; Gejohle; Genuß; Geselligkeit; Gespött; Glückseligkeit; Heiterkeit; Hohn; Hohngelächter; Johlen; Jubel; Jux; Keckheit; Kleinigkeit; Lust; Lästerung; Narrheit; Präsent; Schande; Scherz; Schmähung; Schäkerei; Seligkeit; Spaß; Spaßen; Spleen; Spott; Späßchen; Spöttelei; Spötterei; Streich; Torheit; Ulk; Unsinn; Vergnügen; Verhöhnen; Verhöhnung; Verleumdung; Verrücktheit; Verspotten; Verspottung; Witz
sarcasme	Bitterkeit; Schärfe	Anzüglichkeit; Gehässigkeit; Gespött; Hohn; Sarkasmus; Spott; Spöttelei; Spötterei; Stichelei; Verachtung; gehässige Bemerkung
âcreté	Bitterkeit; Groll; Verbitterung
âpreté	Bitterkeit; Groll; Verbitterung	Elend; Jämmerlichkeit; Rauhheit; Unwirtlichheit

Synoniemen voor "Bitterkeit":

Erbitterung; Verbitterung

Wiktionary: Bitterkeit

Bitterkeit

noun

qualité de ce qui est âcre.
- âcreté → Schärfe; Heftigkeit; Bitterkeit

Cross Translation:

From	To	Via
• Bitterkeit	→ acerbité	↔ acerbity — harshness
• Bitterkeit	→ amertume	↔ bitterness — quality of being bitter in taste
• Bitterkeit	→ amertume	↔ bitterness — quality of feeling bitter