Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Besitztümer:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Besitztümer (Duits) in het Frans

Besitztümer:

Besitztümer [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Besitztümer (Sachen; Dinge; Dinger; )
    la choses; l'affaires; le trucs; le biens
    • choses [la ~] zelfstandig naamwoord
    • affaires [la ~] zelfstandig naamwoord
    • trucs [le ~] zelfstandig naamwoord
    • biens [le ~] zelfstandig naamwoord

Besitztümer [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Besitztümer (Güter)
    la possessions; la propriétés; l'affaires; le biens

Vertaal Matrix voor Besitztümer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affaires Besitztümer; Dinge; Dinger; Güter; Inventar; Sachen; Zeug Angelegenehiten; Beschäftigung; Beschäftigungen; Geschäfte; Grübelei; Grübeln; Handel; Kommerzie; Tätigkeiten
biens Besitztümer; Dinge; Dinger; Güter; Inventar; Sachen; Zeug Besitz; Besitztum; Bestand; Eigentum; Güter; Habe; Handelsgüter; Handelsware; Hausmobiliar; Hausrat; Inventar; Kaufware; Mobiliar; Recht; Reichtum; Vermögen; Ware
choses Besitztümer; Dinge; Dinger; Güter; Inventar; Sachen; Zeug Kleider; Kleidung; Wäsche
possessions Besitztümer; Güter
propriétés Besitztümer; Güter Besitztum; Eigentum; Landgüter; Recht
trucs Besitztümer; Dinge; Dinger; Güter; Inventar; Sachen; Zeug