Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Bastler:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bastler (Duits) in het Frans

Bastler:

Bastler [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bastler
    le bricoleur
  2. der Bastler (Handarbeiter)
    le bricoleur; la bricoleuse

Vertaal Matrix voor Bastler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bricoleur Bastler; Handarbeiter Hausierer; Kurpfuscher; Panscher; Pfuscher; Quacksalber; Scharlatan; Schieber; Schmierer; Schmierfink; Schwindler; Straßenhändler; Stümper; Sudler
bricoleuse Bastler; Handarbeiter

Synoniemen voor "Bastler":


Wiktionary: Bastler

Bastler
noun
  1. Celui, celle qui bricole.