Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Auswurf:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Auswurf (Duits) in het Frans

Auswurf:

Auswurf [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Auswurf (Kotz)
    la vomissure; le vomis; la dégueulée; le vomissement; le dégeulis
  2. der Auswurf
    le crachats
  3. der Auswurf (Abschaum; Ausschuß; Schund)
    la mousse; la canaille; la camelote; la plèbe; la racaille
    • mousse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • canaille [la ~] zelfstandig naamwoord
    • camelote [la ~] zelfstandig naamwoord
    • plèbe [la ~] zelfstandig naamwoord
    • racaille [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Auswurf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
camelote Abschaum; Ausschuß; Auswurf; Schund Artikel; Ausschuß; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Gesindel; Kram; Krempel; Krimskrams; Lumpengesindel; Mob; Objekt; Pöbel; Sache; Sachen; Schund; Ware; Zeug; wertloses Zeug
canaille Abschaum; Ausschuß; Auswurf; Schund Aas; Angelgerät; Ausschuß; Brut; Canaille; Dreckskerl; Ekel; Ferkel; Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Giftnudel; Grobian; Halunke; Hundsfott; Hundsfötter; Iltis; Kanaille; Kriminelle; Lausbube; Luder; Lump; Lumpengesindel; Lumpenkerl; Miststück; Mistweib; Mob; Nichtsnutz; Pack; Plebs; Pöbel; Rabauke; Racker; Schalk; Schalke; Schelm; Schelme; Scheusal; Schlange; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schund; Schurke; Schurken; Schweinigel; Sippschaft; Spitzbube; Stinker; Strick; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Weibsstück; Widerling; Zeug; elende Kerl; geriebeneKerl; hinterlistige Person; Übeltäter
crachats Auswurf Schleim; Speichel
dégeulis Auswurf; Kotz
dégueulée Auswurf; Kotz
mousse Abschaum; Ausschuß; Auswurf; Schund Auszubildende; Lehrjunge; Lehrling; Praktikant; Schaum; Schiffsjunge; Seifenblasen
plèbe Abschaum; Ausschuß; Auswurf; Schund Angelgerät; Ausschuß; Brut; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Kanaille; Lumpengesindel; Mob; Pack; Plebs; Pöbel; Schund; Sippschaft; Zeug
racaille Abschaum; Ausschuß; Auswurf; Schund Angelgerät; Ausschuß; Brut; Canaille; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Kanaille; Lumpengesindel; Mob; Pack; Plebs; Pöbel; Schund; Sippschaft; Zeug; Zucht
vomis Auswurf; Kotz
vomissement Auswurf; Kotz Erbrechen; Kotzen
vomissure Auswurf; Kotz

Synoniemen voor "Auswurf":


Wiktionary: Auswurf

Auswurf
noun
  1. Aussonderung aus den Atemwegen