Austeiler in het Frans vertaald uit het Duits

Duits

Uitgebreide vertaling voor Austeiler (Duits) in het Frans

der Austeiler (Distributeur)
le distributeur
- distributeur [le ~] zelfstandig naamwoord
der Austeiler (Verteiler; Verbreiter; Austeilerin)
le distributeur; le partageur; le diviseur; le propagateur; le propagandiste
- distributeur [le ~] zelfstandig naamwoord
- partageur [le ~] zelfstandig naamwoord
- diviseur [le ~] zelfstandig naamwoord
- propagateur [le ~] zelfstandig naamwoord
- propagandiste [le ~] zelfstandig naamwoord
der Austeiler (Verteiler; Verbreiter)
le distributeur; le partageur
- distributeur [le ~] zelfstandig naamwoord
- partageur [le ~] zelfstandig naamwoord
der Austeiler
le celui qui fournie; le celui qui donne; le celui qui accorde
- celui qui fournie [le ~] zelfstandig naamwoord
- celui qui donne [le ~] zelfstandig naamwoord
- celui qui accorde [le ~] zelfstandig naamwoord
der Austeiler
le distributeurs; le livreurs; le porteurs
- distributeurs [le ~] zelfstandig naamwoord
- livreurs [le ~] zelfstandig naamwoord
- porteurs [le ~] zelfstandig naamwoord
der Austeiler (Verteiler)
le distributeurs
- distributeurs [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
celui qui accorde	Austeiler
celui qui donne	Austeiler
celui qui fournie	Austeiler
distributeur	Austeiler; Austeilerin; Distributeur; Verbreiter; Verteiler	Austeilerin; Distributorin; Krittlerin; Mäklerin; Nörglerin; Verteilerin
distributeurs	Austeiler; Verteiler
diviseur	Austeiler; Austeilerin; Verbreiter; Verteiler
livreurs	Austeiler	Austräger
partageur	Austeiler; Austeilerin; Verbreiter; Verteiler
porteurs	Austeiler	Austräger
propagandiste	Austeiler; Austeilerin; Verbreiter; Verteiler	Agitator; Propagandist; Werbefachmann
propagateur	Austeiler; Austeilerin; Verbreiter; Verteiler
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
propagandiste		propagandistisch