Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausscheidung (Duits) in het Frans

Ausscheidung:

Ausscheidung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausscheidung (Kacke; Pup; Schmutz; )
    la merde; le caca; le matières fécales; la fiente; l'excréments
  2. die Ausscheidung (Eiter)
    la sécrétion; la séparation
  3. die Ausscheidung (Austritt; Kündigung)
    la désaffiliation; la démission

Vertaal Matrix voor Ausscheidung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caca Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz Ausscheidungen; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot
démission Ausscheidung; Austritt; Kündigung Absage; Abtreten; Ausscheiden; Ausstoß; Ausstoßung; Entlassung; Entnahme; Entziehung; Fortgehen; Gehen; Kündigung; Verlassen; Weg gehen; Zurücktreten
désaffiliation Ausscheidung; Austritt; Kündigung
excréments Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz Ausscheidungen; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Mist; Scheiße; Schmutz; Stuhlgang
fiente Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz Dreck; Kot; Mist; Schmutz
matières fécales Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz Dreck; Kot; Mist; Schmutz
merde Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz Ausscheidungen; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Mist; Scheiße; Schmutz
sécrétion Ausscheidung; Eiter Abtrennung; Drahtgitter; Einzäunung; Gatter; Gitter; Gitterzaun; Umzäunung; Vergitterung; Zaun
séparation Ausscheidung; Eiter Absonderung; Abtrennung; Auseinandergehen; Bruch; Drahtgitter; Einschnitt; Einzäunung; Filterung; Filtration; Gatter; Gitter; Gitterzaun; Isolierung; Scheidung; Teilen; Teilung; Trennung; Umzäunung; Unterbrechung; Vergitterung; Zaun; Zwischenmauer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
merde verdammt; verdammtnochmal

Synoniemen voor "Ausscheidung":