Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Auslader:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Auslader (Duits) in het Frans

Auslader:

Auslader [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Auslader (Ablader)
    le débardeur
  2. der Auslader (Ablader)
    la femme qui décharge

Auslader [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Auslader
    le déchargeurs

Vertaal Matrix voor Auslader:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
débardeur Ablader; Auslader Dockarbeiter; Gepäckträger; Hafenarbeiter; Lastträger
déchargeurs Auslader
femme qui décharge Ablader; Auslader

Wiktionary: Auslader

Auslader
noun
  1. Celui, celle qui débarde.