Aufzug in het Frans vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Aufzug:
- ascenseur; monte-charge; cortège; défilé; procession; cérémonie; défilé religieux
Wiktionary:
- Aufzug → accoutrement, tenue, arrivée, acte, monte-charge, ascenseur, document, pièce
- Aufzug → ascenseur, lift

Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufzug (Duits) in het Frans

der Aufzug (Fahrstuhl; Lift)
l'ascenseur; le monte-charge
- ascenseur [le ~] zelfstandig naamwoord
- monte-charge [le ~] zelfstandig naamwoord
der Aufzug (Umzug; Prozession; Konvoi)
le cortège; le défilé; la procession; la cérémonie; le défilé religieux
- cortège [le ~] zelfstandig naamwoord
- défilé [le ~] zelfstandig naamwoord
- procession [la ~] zelfstandig naamwoord
- cérémonie [la ~] zelfstandig naamwoord
- défilé religieux [le ~] zelfstandig naamwoord
der Aufzug
l'ascenseur
- ascenseur [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ascenseur	Aufzug; Fahrstuhl; Lift
cortège	Aufzug; Konvoi; Prozession; Umzug	Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Formalität; Förmlichkeit; Gefolge; Pracht; Prozession; Schleppe; Schleppnetz; Schleppzug; Stattlichkeit; Troß; Vierung; Zeremonie; Zug
cérémonie	Aufzug; Konvoi; Prozession; Umzug	Empfänge; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Festumzug; Fete; Formalität; Förmlichkeit; Gedränge; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Höflichkeit; Party; Pracht; Preisausreichung; Prozession; Stattlichkeit; Vierung; Zeremonie
défilé	Aufzug; Konvoi; Prozession; Umzug	Defilee; Enge; Engpässe; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Landenge; Modeschau; Parade; Pracht; Prozession; Verengerung
défilé religieux	Aufzug; Konvoi; Prozession; Umzug	Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Pracht; Prozession
monte-charge	Aufzug; Fahrstuhl; Lift
procession	Aufzug; Konvoi; Prozession; Umzug	Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Formalität; Förmlichkeit; Pracht; Prozession; Stattlichkeit; Vierung; Zeremonie

Aufzugsanlage; Fahrstuhl; Lift; Apparat; Apparatur; Gerät; Gerätschaft; Vorrichtung
Akt; Auftritt; Darbietung; Darstellung; Szene

Aufzug

noun

Art der Ankleidung
- Aufzug → accoutrement; tenue
das Herannahen
- Aufzug → arrivée
in sich geschlossener aus mehreren Auftritten bestehender Teil eines Dramas
- Aufzug → acte
Transportmittel zum Auf- und Abtransportieren
- Aufzug → monte-charge; ascenseur

Aufzug

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Aufzug	→ ascenseur; lift	↔ lift — mechanical device for vertically transporting goods or people
• Aufzug	→ ascenseur	↔ lift — een verticaal transportsysteem voor goederen en mensen