Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Aufpasser:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufpasser (Duits) in het Frans

Aufpasser:

Aufpasser [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Aufpasser (Babysitter)
    le garde-malades
  2. der Aufpasser (Wärter)
    le veilleur

Vertaal Matrix voor Aufpasser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
garde-malades Aufpasser; Babysitter
veilleur Aufpasser; Wärter Aufseher; Ausguck; Hüter; Posten; Schildwache; Wache; Wachstube; Wachtposten; Wächter; Wärter

Synoniemen voor "Aufpasser":


Wiktionary: Aufpasser


Cross Translation:
FromToVia
Aufpasser moniteur; monitrice monitor — someone who watches over something