Duits
Uitgebreide vertaling voor Aufknabbern (Duits) in het Frans
Aufknabbern:
-
Aufknabbern (Verschmausen; Verputzen; Wegputzen)
Vertaal Matrix voor Aufknabbern:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bouffer | Aufknabbern; Verputzen; Verschmausen; Wegputzen | |
grignoter | Aufknabbern; Verputzen; Verschmausen; Wegputzen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bouffer | aufbauschen; aufbrauchen; aufessen; auffressen; aufknabbern; aufzehren; bunkeren; bunkern; einreißen; ernähren; erquicken; essen; explodieren lassen; fressen; futtern; füttern; gebrauchen; genießen; hineinstopfen; hinunterschlingen; hinunterschlucken; knabbern; konsumieren; laben; nagen; pfropfen; prassen; schleckern; schlemmen; schlucken; schmausen; sich wölben; speisen; sprengen; stopfen; verspeisen; verwerten; verzehren; vollstopfen; zu Abend essen; zu sich nehmen | |
grignoter | aufessen; essen; knabbern; nagen; speisen; verspeisen; verzehren |