Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal Arbeiter

Vertaal Arbeiter van Duits naar Frans

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Arbeiter:
- ouvrier; travailleur; employé; salarié
- ouvriers; travailleurs
Wiktionary:
- Arbeiter → ouvrier, travailleur
- Arbeiter → ouvrier, travailleur, travailleuse, ouvrière

Duits

Uitgebreide vertaling voor Arbeiter (Duits) in het Frans

Arbeiter:

Arbeiter [der ~] zelfstandig naamwoord

der Arbeiter (Arbeitskraft)
l'ouvrier; le travailleur; l'employé; le salarié
- ouvrier [le ~] zelfstandig naamwoord
- travailleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- employé [le ~] zelfstandig naamwoord
- salarié [le ~] zelfstandig naamwoord
der Arbeiter
l'ouvrier
- ouvrier [le ~] zelfstandig naamwoord

Arbeiter [die ~] zelfstandig naamwoord

die Arbeiter
l'ouvriers; le travailleurs
- ouvriers [le ~] zelfstandig naamwoord
- travailleurs [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Arbeiter:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
employé	Arbeiter; Arbeitskraft	Angestellte; Angestellter; Arbeitnehmer; Arbeitskraft; Beamte; Bediente; Betriebsangehörige; Federfuchser; Mitarbeiter; Mitarbeiterin
ouvrier	Arbeiter; Arbeitskraft	Arbeitnehmer; Arbeitskraft; Handarbeiter; Handwerker
ouvriers	Arbeiter	Bauarbeiter
salarié	Arbeiter; Arbeitskraft	Arbeitnehmer; Arbeitskraft; Bediente; Betriebsangehörige; Lohnarbeiter; Lohnempfänger; Mitarbeiter; Mitarbeiterin
travailleur	Arbeiter; Arbeitskraft	Arbeitnehmer; Arbeitskraft
travailleurs	Arbeiter
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
salarié		lohnbeziehend; verdienend
travailleur		aktiv; arbeitsam; berufstätig; beschäftigt; eifrig; emsig; fleißig; geschäftig; strebsam; tätig; wirksam

Synoniemen voor "Arbeiter":

Arbeitnehmer; Lohnarbeiter; Malocher; Werktätiger

Wiktionary: Arbeiter

Arbeiter

noun

jemand, der zum Lohnerwerb einer (meist körperlichen) Tätigkeit nachgeht
- Arbeiter → ouvrier; travailleur

Arbeiter

noun

Personne qui, moyennant salaire, effectue un travail généralement manuel pour un employeur dans les domaines du bâtiment, de l’industrie ou de l’agriculture.
- ouvrier → Arbeiter; Handwerker
Celui, celle qui s’adonner au travail.
- travailleur → Arbeiter; Arbeiterin; der Werktätige, ein Werktätiger; Werktätige

Cross Translation:

From	To	Via
• Arbeiter	→ ouvrier	↔ arbeider — iemand die voor een loon arbeid levert
• Arbeiter	→ travailleur; travailleuse; ouvrier; ouvrière	↔ worker — person

Verwante vertalingen van Arbeiter

Arbeiter- und Bauernstaat