Angreifer in het Frans vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Angreifer:
- attaquant; brigand; agresseur; voleur; bandit; pillard; assaillant; voleur de grand chemin; adversaire; persona non grata
Wiktionary:
- Angreifer → attaquant
- Angreifer → attaquant

Duits

Uitgebreide vertaling voor Angreifer (Duits) in het Frans

der Angreifer (überfaller)
l'attaquant; le brigand; l'agresseur; le voleur; le bandit; le pillard
- attaquant [le ~] zelfstandig naamwoord
- brigand [le ~] zelfstandig naamwoord
- agresseur [le ~] zelfstandig naamwoord
- voleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- bandit [le ~] zelfstandig naamwoord
- pillard [le ~] zelfstandig naamwoord
der Angreifer (Stürmer; Angriffsspieler)
l'attaquant; l'agresseur; l'assaillant
- attaquant [le ~] zelfstandig naamwoord
- agresseur [le ~] zelfstandig naamwoord
- assaillant [le ~] zelfstandig naamwoord
der Angreifer (Straßenräuber; Wegelagerer)
le brigand; le voleur; le voleur de grand chemin; le bandit
- brigand [le ~] zelfstandig naamwoord
- voleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- voleur de grand chemin [le ~] zelfstandig naamwoord
- bandit [le ~] zelfstandig naamwoord
der Angreifer
l'adversaire; persona non grata
- adversaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- persona non grata

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adversaire	Angreifer	Feind; Gegenkandidat; Gegenpartei; Gegenspieler; Gegner; Kontrahent; Opponent; Opposition; der eine Gegenstimme abgibt; die eine Gegenstimme abgibt
agresseur	Angreifer; Angriffsspieler; Stürmer; überfaller
assaillant	Angreifer; Angriffsspieler; Stürmer
attaquant	Angreifer; Angriffsspieler; Stürmer; überfaller	Angriffsspieler; Stürmer
bandit	Angreifer; Straßenräuber; Wegelagerer; überfaller	Bandit; Bösewicht; Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Lump; Nichtsnutz; Possenreißer; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Unhold; Verbrecher; Übeltäter
brigand	Angreifer; Straßenräuber; Wegelagerer; überfaller	Bandit; Bösewicht; Dieb; Einbrecher; Ekel; Ferkel; Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Hundsfott; Hundsfötter; Iltis; Kriminelle; Lausbube; Lump; Lumpenkerl; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schurke; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Strolch; Taugenichts; Unhold; Verbrecher; Widerling; geriebeneKerl; Übeltäter
pillard	Angreifer; überfaller
voleur	Angreifer; Straßenräuber; Wegelagerer; überfaller	Dieb; Einbrecher; Eindringling; Einschleicher; Fassadenkletterer
voleur de grand chemin	Angreifer; Straßenräuber; Wegelagerer
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
persona non grata	Angreifer

Angreifer

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Angreifer	→ attaquant	↔ aanvaller — iemand die aanvalt