Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Affinität:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Affinität (Duits) in het Frans

Affinität:

Affinität [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Affinität
    l'affinité
  2. die Affinität (Gebundenheit; Band; Bindung; Bündnis; Verbindung)
    la liaison; la relation; l'assujétissement; la sujétion; le rapport; le manque de liberté

Vertaal Matrix voor Affinität:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affinité Affinität Anverwandheit; Kontext; Verband; Verbindung; Zusammenhang
assujétissement Affinität; Band; Bindung; Bündnis; Gebundenheit; Verbindung
liaison Affinität; Band; Bindung; Bündnis; Gebundenheit; Verbindung Abenteuer; Affäre; Angelegenheit; Anschluß; Band; Berührung; Beziehung; Binde; Bindeglied; Binden; Bindung; Bund; Bündnis; Date; Datenbindung; Gebundenheit; Gemeinschaft; Genossenschaft; Kombination; Konnex; Konnexion; Kontakt; Kontext; Kopplung; Korporation; Körperschaft; Liaison; Liebesabenteuer; Liebesaffäre; Liebesbeziehung; Liebesgeschichte; Liebesverhältnis; Liebschaft; Liga; OLE/DDE-Verknüpfung; Pakt; Romanze; Sache; Verband; Verbindung; Verbunden sein; Verhältnis; Verknüpfung; Verlinkung; Vertrag; Zusammenfügung; Zusammenhang; Zusammenlegung; Zusammenschluß
manque de liberté Affinität; Band; Bindung; Bündnis; Gebundenheit; Verbindung
rapport Affinität; Band; Bindung; Bündnis; Gebundenheit; Verbindung Ankündigen; Annoncieren; Ansagen; Anschluß; Band; Bekannntmachen; Bericht; Beziehung; Bindung; Bund; Bündnis; Einheitlichkeit; Erzählung; Gebundenheit; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geschichte; Kommentar; Kontext; Korporation; Körperschaft; Legende; Lesung; Liaison; Liebesabenteuer; Liebesaffäre; Liebesbeziehung; Liebesgeschichte; Liebschaft; Liga; Meinungsbericht; Pakt; Protokoll; Prozession; Referat; Reportage; Romanze; Sitzungsbericht; Verband; Verbindung; Verbunden sein; Vertrag; Vorlesung; Vortrag; Zusammenhang; Überlieferung
relation Affinität; Band; Bindung; Bündnis; Gebundenheit; Verbindung Abenteuer; Affäre; Angelegenheit; Anschluß; Band; Bekannte; Bekanntschaft; Berührung; Beziehung; Binde; Bindeglied; Bindung; Bund; Bündnis; Einheitlichkeit; Gebundenheit; Gemeinschaft; Genossenschaft; Konnex; Konnexion; Kontakt; Kontext; Kopplung; Korporation; Körperschaft; Liaison; Liebesabenteuer; Liebesaffäre; Liebesbeziehung; Liebesgeschichte; Liebschaft; Liga; Pakt; Romanze; Sache; Schicksalsverbundenheit; Stammverwandtschaft; Verband; Verbindung; Verbunden sein; Verbundenheit; Verhältnis; Vertrag; Zusammenhang
sujétion Affinität; Band; Bindung; Bündnis; Gebundenheit; Verbindung Klotz am Bein
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
liaison Link
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
liaison Verknüpfen

Synoniemen voor "Affinität":


Wiktionary: Affinität

Affinität
noun
  1. allgemein: Nachbarschaft, Verwandtschaft, besonders geistige und Wesensverwandtschaft
  2. Soziologie: Anziehungskraft, die Menschen aufeinander ausüben
  3. Chemie: Triebkraft einer chemischen Reaktion; Bindungsbestreben von Atomen oder Atomgruppen, sich miteinander zu vereinigen
Affinität
noun
  1. degré de proximité que le mariage fait acquérir à un homme avec les parents de sa femme, et à une femme avec celui de son mari.

Cross Translation:
FromToVia
Affinität affinité affinity — chemistry or medicine
Affinität affinité affiniteit — (natuurkunde, nld) de aantrekking die bij de aanraking van twee verschillende stoffen plaatsvindt
Affinität affinité affiniteit — scheikunde|nld de geneigdheid om verbindingen te vormen
Affinität affinité affiniteit — een geestelijk verwantschap