Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: nerven

Duitse en Franse zoekresultaten voor: nerven

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

nerven:
- barber; raser; casser les pieds; assommer; faire chier
Nerven:
- grain; nervure; veine
Wiktionary:
- nerven → emboconner
- nerven → emmerder, enquiquiner, agacer, embêter, ennuyer, harceler

Duits

Uitgebreide vertaling voor nerven (Duits) in het Frans

nerven:

nerven werkwoord

nerven (drängen; durchstoßen; einrammen; einhämmern)
barber; raser; casser les pieds; assommer
- barber werkwoord
- raser werkwoord (rase, rases, rasons, rasez, rasent, rasais, rasait, rasions, rasiez, rasaient, rasai, rasas, rasa, rasâmes, rasâtes, rasèrent, raserai, raseras, rasera, raserons, raserez, raseront)
- casser les pieds werkwoord
- assommer werkwoord (assomme, assommes, assommons, assommez, assomment, assommais, assommait, assommions, assommiez, assommaient, assommai, assommas, assomma, assommâmes, assommâtes, assommèrent, assommerai, assommeras, assommera, assommerons, assommerez, assommeront)
nerven
faire chier
- faire chier werkwoord

Vertaal Matrix voor nerven:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
assommer	drängen; durchstoßen; einhämmern; einrammen; nerven	belästigen; brutal vorgehen; einschüchtern; martern; noergeln; piesacken; plagen; quälen; schikanieren; schinden; triezen; tyrannisieren; wegekeln
barber	drängen; durchstoßen; einhämmern; einrammen; nerven
casser les pieds	drängen; durchstoßen; einhämmern; einrammen; nerven	noergeln; schikanieren
faire chier	nerven
raser	drängen; durchstoßen; einhämmern; einrammen; nerven	abreißen; abtragen; abwracken; ausreißen; entnerven; ganz kaputt und auseinander holen; niederreißen; noergeln; rasieren; schikanieren; sich packen; wegrasieren; wegreißen; zehren; zerfetzen; zerlegen; zerreissen; zerreißen

Synoniemen voor "nerven":

wurmen; ärgern; abnerven
auf den Keks gehen; auf den Sack gehen; auf den Senkel gehen; auf den Wecker fallen; auf die Eier gehen; lästig werden; Überdruss / Ablehnung hervorrufen
ablenken; behelligen; irritieren; stören; unterbrechen

Wiktionary: nerven

nerven

verb

Région lyonnaise Sentir mauvais, puer.
- emboconner → stinken; verpesten; nerven

Cross Translation:

From	To	Via
• nerven	→ emmerder; enquiquiner; agacer; embêter; ennuyer	↔ bug — to annoy
• nerven	→ harceler	↔ hassle — To trouble, to bother, to annoy

Nerven:

Nerven [die ~] zelfstandig naamwoord

die Nerven (Nerv)
le grain; la nervure; la veine
- grain [le ~] zelfstandig naamwoord
- nervure [la ~] zelfstandig naamwoord
- veine [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Nerven:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grain	Nerv; Nerven	Ahnung; Gefühl; Glasperlen; Gran; Korn; Krümel; Körnchen; Körnung; Perlen; Regenstrom; Schimmer
nervure	Nerv; Nerven	Riefe; Rille
veine	Nerv; Nerven	Ader; Blutader; Erfolg; Fortuna; Gelingen; Glück; Glückseligkeit; Glücksfall; Glücksfälle; Hit; Massel; Vermögen; das glücklich sein; unerwartete Glück; unerwartetes Glück

Synoniemen voor "Nerven":

Nervenkostüm

Verwante vertalingen van nerven

auf die Nerven gehen