Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Erwartung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Erwartung (Duits) in het Frans

Erwartung:

Erwartung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Erwartung (Erwarten)
    l'espoir; l'attente; l'espérance; la perspective; l'anticipation

Vertaal Matrix voor Erwartung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anticipation Erwarten; Erwartung Antizipieren
attente Erwarten; Erwartung Abfangen; Abpassen; Abwarten; Auflauern; Erwarten; Schwangerschaften
espoir Erwarten; Erwartung
espérance Erwarten; Erwartung
perspective Erwarten; Erwartung Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Ansichtsweise; Auffassung; Ausblick; Aussicht; Aussichtspunkt; Begriff; Betreff; Blickpunkt; Blickwinkel; Denkweise; Durchsicht; Eindruck; Eindrücke; Einfall; Einfälle; Eingebung; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Erkennung; Erleuchtung; Fall; Gedanke; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Hindurchsicht; Hinsicht; Idee; Meinung; Möglichkeit; Panorama; Perspektive; Sache; Scharfsichtigkeit; Schärfe; Sicht; Standpunkt; Streitfrage; Verständnis; Vorderaussicht; Vorstellung; Warte; Zeitpunkt; kleinePunkt

Synoniemen voor "Erwartung":


Wiktionary: Erwartung

Erwartung
noun
  1. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
Erwartung attente; expectative; espérance expectancy — expectation or anticipation; the state of expecting something
Erwartung attente expectation — act or state of expecting
Erwartung attente expectation — that which is expected or looked for
Erwartung attente verwachting — datgene wat verwacht wordt

Verwante vertalingen van Erwartung