Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Erlebnis:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Erlebnis (Duits) in het Frans

Erlebnis:

Erlebnis [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Erlebnis (Erleben)
    l'expérience; l'aventure; l'événement
  2. Erlebnis (Erkenntnis; Erfahrung)
    l'expérience

Vertaal Matrix voor Erlebnis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aventure Erleben; Erlebnis Abenteuer; Begeisterung; Enthusiasmus; Erlebniss; Schicksal; Schicksale
expérience Erfahrung; Erkenntnis; Erleben; Erlebnis Anstrengung; Befund; Begeisterung; Beobachtung; Enthusiasmus; Erfahrung; Erkenntnis; Erleben; Experiment; Geübtheit; Praxis; Routine; Test; Versuch
événement Erleben; Erlebnis Begebenheit; Begeisterung; Eintreten; Enthusiasmus; Ereignis; Geschehen; Programmereignis; Vorfall; Vorgang; Zwischenfall

Synoniemen voor "Erlebnis":


Wiktionary: Erlebnis

Erlebnis
noun
  1. ein bemerkenswertes Ereignis, das jemand erfahren hat
Erlebnis
noun
  1. Situation vécue considérée comme exceptionnelle ou marquante.

Cross Translation:
FromToVia
Erlebnis expérience experience — event(s) of which one is cognizant
Erlebnis expérience experience — activity which one has performed
Erlebnis expérience experience — collection of events and/or activities from which an individual or group may gather knowledge
Erlebnis expérience ervaring — een vorm van kennis