Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Tasche:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Tasche (Duits) in het Frans

Tasche:

Tasche [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Tasche (Handtasche)
    le sac; la sacoche; le sac à main
    • sac [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sacoche [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sac à main [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Tasche (Handtasche)
    le sac à main; le réticule; le sac
  3. die Tasche (Hosentasche)
    la poche; la poche de pantalon; la poche sans rabat

Vertaal Matrix voor Tasche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
poche Hosentasche; Tasche Beutel; Jackentasche
poche de pantalon Hosentasche; Tasche
poche sans rabat Hosentasche; Tasche Hosentasche
réticule Handtasche; Tasche
sac Handtasche; Tasche Damenhandtasche; Rucksack
sac à main Handtasche; Tasche Damenhandtasche
sacoche Handtasche; Tasche Beutel; Handtasche; Schultertasche

Synoniemen voor "Tasche":


Wiktionary: Tasche

Tasche
noun
  1. Aufbewahrungsort von Gegenständen in der Kleidung, auf- oder eingenäht
  2. tragbares Behältnis mit Griff, Trage- oder Umhängeriemen zum Transport von Gegenständen
    • Taschesac
Tasche
noun
  1. région|Sud-Ouest de la France, Saint-Pierre-et-Miquelon sac (souvent plastique comme ceux des supermarchés).
  2. poche faite de cuir, de toile ou d’étoffe, ouvrir seulement par le haut et qui servir à mettre toutes sortir de choses.

Cross Translation:
FromToVia
Tasche poche; sachet; sac bag — flexible container
Tasche poche pocket — bag stitched to an item of clothing
Tasche tas tas — een zak die men meeneemt om er zaken in te bergen die men bij zich wil hebben
Tasche poche zak — een plek in kleding waarin kleine spullen kunnen worden meegedragen

Verwante vertalingen van Tasche