Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Gummi:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor gummi (Duits) in het Frans

Gummi:

Gummi [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gummi (Kautschuk)
    le caoutchouc; la gomme
    • caoutchouc [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gomme [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. Gummi (Radiergummi; Gummierung)
    la gomme
    • gomme [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. Gummi (Gummiband)
    l'élastique

Vertaal Matrix voor Gummi:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caoutchouc Gummi; Kautschuk Überschuh
gomme Gummi; Gummierung; Kautschuk; Radiergummi
élastique Gummi; Gummiband Gummiband; Gummiring
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
élastique beugsam; biegsam; biegungsfähig; dehnbar; elastisch; entgegenkommend; faltbar; federnd; flexibel; formbar; fügsam; gefügig; gelenkig; geschmeidig; glatt; knetbar; nachgiebig; reibungslos; spannkräftig

Synoniemen voor "Gummi":


Wiktionary: Gummi

Gummi
noun
  1. Kautschukprodukt, Material für weitere Endprodukte
Gummi
noun
  1. À classer selon le sens
  2. Traduction à trier

Cross Translation:
FromToVia
Gummi condom; capote; capote anglaise; préservatif condom — flexible sleeve worn on the penis
Gummi gomme; effaceur; efface eraser — thing used to erase something written or drawn
Gummi caoutchouc rubber — pliable material derived from the sap of the rubber tree
Gummi gomme rubber — synthetic materials with the same properties
Gummi gomme rubber — eraser
Gummi capote; condom rubber — condom
Gummi capote; caoutchouc rubber — een uit het sap van de rubberboom vervaardigd elastisch materiaal
Gummi gomme gom — een kleverige vloeistof die wordt gemaakt van het sap van bomen
Gummi gomme gom — een gum


Wiktionary: gummi

gummi
noun
  1. Traduction à trier

Verwante vertalingen van gummi