Erinnern: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

erinnern:
- rappeler; se rappeler; se souvenir de; apprendre par coeur; convoquer; appeler; appeler à; sommer; remémorer; citer en justice; interpeller; notifier; intimer; assigner en justice; paraître devant le tribunal; sommer de
Erinnern:
- fait de se rappeler
Wiktionary:
- erinnern → souvenir, rappeler, remémorer, retracer, évoquer
- erinnern → se remémorer, se souvenir, rappeler, souvenir, se rappeler

Duits

Uitgebreide vertaling voor erinnern (Duits) in het Frans

erinnern:

erinnern werkwoord (erinnere, erinnerst, erinnert, erinnerte, erinnertet, erinnert)

erinnern (in Erinnerung bringen)
rappeler
- rappeler werkwoord (rappelle, rappelles, rappelons, rappelez, rappellent, rappelais, rappelait, rappelions, rappeliez, rappelaient, rappelai, rappelas, rappela, rappelâmes, rappelâtes, rappelèrent, rappellerai, rappelleras, rappellera, rappellerons, rappellerez, rappelleront)
erinnern (einfallen; bedenken)
se rappeler; se souvenir de; apprendre par coeur
- se rappeler werkwoord
- se souvenir de werkwoord
- apprendre par coeur werkwoord
erinnern (herausfordern; aufrufen; auffordern; vorladen; herbeirufen; einberufen; vor Gericht laden; fordern; laden; rufen; tagen; mahnen; dämmern)
convoquer; appeler; appeler à; sommer; remémorer; citer en justice; interpeller; notifier; intimer; assigner en justice; paraître devant le tribunal; sommer de
- convoquer werkwoord (convoque, convoques, convoquons, convoquez, convoquent, convoquais, convoquait, convoquions, convoquiez, convoquaient, convoquai, convoquas, convoqua, convoquâmes, convoquâtes, convoquèrent, convoquerai, convoqueras, convoquera, convoquerons, convoquerez, convoqueront)
- appeler werkwoord (appelle, appelles, appelons, appelez, appellent, appelais, appelait, appelions, appeliez, appelaient, appelai, appelas, appela, appelâmes, appelâtes, appelèrent, appellerai, appelleras, appellera, appellerons, appellerez, appelleront)
- appeler à werkwoord
- sommer werkwoord (somme, sommes, sommons, sommez, somment, sommais, sommait, sommions, sommiez, sommaient, sommai, sommas, somma, sommâmes, sommâtes, sommèrent, sommerai, sommeras, sommera, sommerons, sommerez, sommeront)
- remémorer werkwoord (remémore, remémores, remémorons, remémorez, remémorent, remémorais, remémorait, remémorions, remémoriez, remémoraient, remémorai, remémoras, remémora, remémorâmes, remémorâtes, remémorèrent, remémorerai, remémoreras, remémorera, remémorerons, remémorerez, remémoreront)
- citer en justice werkwoord
- interpeller werkwoord (interpelle, interpelles, interpellons, interpellez, interpellent, interpellais, interpellait, interpellions, interpelliez, interpellaient, interpellai, interpellas, interpella, interpellâmes, interpellâtes, interpellèrent, interpellerai, interpelleras, interpellera, interpellerons, interpellerez, interpelleront)
- notifier werkwoord (notifie, notifies, notifions, notifiez, notifient, notifiais, notifiait, notifiions, notifiiez, notifiaient, notifiai, notifias, notifia, notifiâmes, notifiâtes, notifièrent, notifierai, notifieras, notifiera, notifierons, notifierez, notifieront)
- intimer werkwoord (intime, intimes, intimons, intimez, intiment, intimais, intimait, intimions, intimiez, intimaient, intimai, intimas, intima, intimâmes, intimâtes, intimèrent, intimerai, intimeras, intimera, intimerons, intimerez, intimeront)
- assigner en justice werkwoord
- paraître devant le tribunal werkwoord
- sommer de werkwoord

Conjugations for erinnern:

Präsens

erinnere
erinnerst
erinnert
erinneren
erinnert
erinneren

Imperfekt

erinnerte
erinnertest
erinnerte
erinnerten
erinnertet
erinnerten

Perfekt

habe erinnert
hast erinnert
hat erinnert
haben erinnert
habt erinnert
haben erinnert

1. Konjunktiv [1]

erinnere
erinnerest
erinnere
erinneren
erinneret
erinneren

2. Konjunktiv

erinnerte
erinnertest
erinnerte
erinnerten
erinnertet
erinnerten

Futur 1

werde erinnern
wirst erinnern
wird erinnern
werden erinnern
werdet erinnern
werden erinnern

1. Konjunktiv [2]

würde erinnern
würdest erinnern
würde erinnern
würden erinnern
würdet erinnern
würden erinnern

Diverses

erinner!
erinnert!
erinneren Sie!
erinnert
erinnernd

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor erinnern:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
convoquer		Ankündigen; Anmelden; Ansagen; Anschreiben
sommer		Ankündigen; Anmelden; Ansagen; Anschreiben
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
appeler	auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen	Versetz antragen; anreden; anrufen; ansprechen; antragen; appellieren; aufbieten; aufrufen; benennen; einberufen; ernennen; herbeirufen; hereinrufen; hineinholen; hineinrufen; kommen lassen; kreischen; lautauf schreien; nennen; rufen; schreien; telefonieren; vor Gericht laden; vorladen; zu sich rufen; zurufen; zuziehen
appeler à	auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen	herbeirufen; rufen; zurufen; zuziehen
apprendre par coeur	bedenken; einfallen; erinnern
assigner en justice	auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen
citer en justice	auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen	vor Gericht laden; vorladen
convoquer	auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen	ansagen; anschreiben; aufbieten; aufrufen; einberufen; herbeirufen; kommen lassen; kundgeben; rufen; vorladen; zu sich rufen; zurufen; zusammenrufen; zuziehen
interpeller	auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen	ausforschen; interpellieren; nachfragen bei; nachrufen; rufen; weiter fragen; zurufen
intimer	auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen	anmahnen; auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; ermahnen; fordern; herbeirufen; mahnen; tagen; vor Gericht laden; vorladen
notifier	auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen	ankündigen; annoncieren; ansagen; anschreiben; bekanntgeben; bekanntmachen; etwas ankündigen; informieren; kundgeben; melden; mitteilen; verkünden; verkündigen; veröffentlichen; von etwas in Kenntnis setzen; warnen
paraître devant le tribunal	auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen
rappeler	erinnern; in Erinnerung bringen	Wahlwiederholung; ermahnen; gedenken; jemanden an etwas erinnern; mahnen; nicht vergessen; sich zurückziehen; widerrufen; zurückdenken; zurücknehmen; zurückrufen; zurückziehen
remémorer	auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen	zurückrufen
se rappeler	bedenken; einfallen; erinnern	bedenken; einfallen; ermahnen; gedenken; jemanden an etwas erinnern; mahnen; nicht vergessen; zurückdenken; zurückrufen
se souvenir de	bedenken; einfallen; erinnern	bedenken; einfallen; zurückrufen
sommer	auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen	anmahnen; ansagen; anschreiben; auffordern; auftragen; beauftragen; befehlen; beherrschen; erlassen; ermahnen; fordern; gebieten; herrschen; kommandieren; kundgeben; mahnen; mit Nchdruck daran erinnern; regieren
sommer de	auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen	anmahnen; auffordern; ermahnen; fordern; gedenken; jemanden an etwas erinnern; mahnen; nicht vergessen

Synoniemen voor "erinnern":

einfallen; in den Sinn kommen; memorieren
ansprechen; erwähnen; nennen; thematisieren; zum Thema machen
entsinnen; in Erinnerung rufen; eine Erinnerung wachrufen; reminiszieren

Wiktionary: erinnern

erinnern

verb

(transitiv) jemanden etwas nicht vergessen lassen
- erinnern → souvenir; rappeler
(transitiv) durch Ähnlichkeit ins Gedächtnis rufen
- erinnern → souvenir; rappeler
(reflexiv) mit Genitivobjekt: Erinnerung wachrufen
- erinnern → souvenir; rappeler
(reflexiv) mit Präpositionalobjekt: im Gedächtnis behalten haben
- erinnern → souvenir; rappeler

erinnern

verb

Évoquer par une certaine ressemblance la pensée de quelqu’un ou de quelque chose.
- rappeler → erinnern
Remettre en mémoire.
- remémorer → erinnern
Se rappeler une chose.
- retracer → erinnern
Remettre en mémoire ; rappeler une chose susceptible d'être oubliée.
- évoquer → erwähnen; erinnern

Se rappeler quelque chose dans sa mémoire ; se souvenir.
- se remémorer → erinnern
-
- se souvenir → erinnern

Cross Translation:

From	To	Via
• erinnern	→ rappeler	↔ herinneren — opnieuw in gedachte brengen
• erinnern	→ souvenir; rappeler	↔ recall — to remember, recollect
• erinnern	→ souvenir; rappeler	↔ recollect — to recall past events
• erinnern	→ se rappeler; se souvenir; se remémorer	↔ remember — to recall from one's memory
• erinnern	→ rappeler	↔ remind — Cause one to experience a memory; bring to a person's notice

Erinnern:

Erinnern [das ~] zelfstandig naamwoord

Erinnern (Mahnen)
le fait de se rappeler
- fait de se rappeler [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Erinnern:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fait de se rappeler	Erinnern; Mahnen

Verwante vertalingen van erinnern

Remove Ads

Duitse en Franse zoekresultaten voor: erinnern

Uitgebreide vertaling voor erinnern (Duits) in het Frans

erinnern:

erinnern werkwoord (erinnere, erinnerst, erinnert, erinnerte, erinnertet, erinnert)

erinnern (in Erinnerung bringen)

erinnern (einfallen; bedenken)

erinnern (herausfordern; aufrufen; auffordern; vorladen; herbeirufen; einberufen; vor Gericht laden; fordern; laden; rufen; tagen; mahnen; dämmern)

Conjugations for erinnern:

Präsens

Imperfekt

Perfekt

1. Konjunktiv [1]

2. Konjunktiv

Futur 1

1. Konjunktiv [2]

Diverses

Vertaal Matrix voor erinnern:

Synoniemen voor "erinnern":

Wiktionary: erinnern

Erinnern:

Erinnern [das ~] zelfstandig naamwoord

Erinnern (Mahnen)

Vertaal Matrix voor Erinnern:

Verwante vertalingen van erinnern