Overzicht
Duits
Uitgebreide vertaling voor Pritsche (Duits) in het Frans
Pritsche:
-
die Pritsche
-
die Pritsche (Ladekasten)
Vertaal Matrix voor Pritsche:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| châlit | Pritsche | Kinderbett |
| container | Ladekasten; Pritsche | Behälter; Besitzer; Besitzerin; Container; Eigentümer; Eigentümerin; Inhaber; Inhaberin; Lizenzinhaber |
| conteneur | Ladekasten; Pritsche | Behälter; Besitzer; Besitzerin; Container; Containeranwendung; Containerelement; Eigentümer; Eigentümerin; Inhaber; Inhaberin; Lizenzinhaber |
Synoniemen voor "Pritsche":
Wiktionary: Pritsche
Pritsche
noun
Pritsche
noun
-
(sport) Québec|fr (familier, fr) Long bâton servant à frapper la balle au baseball.
Frans
Uitgebreide vertaling voor Pritsche (Frans) in het Duits
Pritsche: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- prendre: nehmen; entfernen; aufholen; abräumen; kriegen; erwischen; fangen; packen; festnehmen; eingreifen; einpacken; abfangen; überlisten; erhaschen; verwickeln; verwenden; benutzen; anwenden; gebrauchen; handhaben; hantieren; empfangen; in Empfang nehmen; anfangen; einsetzen; beginnen; aufnehmen; anheben; starten; holen; abholen; einsammeln; aufpicken; anfassen; festhalten; sich etwas beschaffen; sich einer Sache bemächtigen; aufsaugen; absorbieren; ausschlürfen; auswählen; sieben; sortieren; sichten; heraussuchen; auslesen; selektieren; herauspicken; klauen; entwenden; veruntreuen; hinterziehen; wegschnappen; abhandenmachen; aufheben; versammeln; auflesen; zusammentragen; ansammeln; aufsammeln; besetzen; erobern; unzugänglich machen; begreifen; krallen; klemmen; anpacken; grapschen; festgreifen; wegkappern; erfassen; fassen; greifen; verhaften; ergreifen; ketten; hervorholen; verketten; bestricken; aneinanderreihen; grabbeln; etwas bekommen; annehmen; zugreifen; schlucken; akzeptieren; hinnehmen; einstecken; zulangen; einkassieren; ein Geschenk annehmen; bekommen; erwerben; gewinnen; aufschnappen; überfallen; vorwerfen; fesseln; verweisen; rügen; blamieren; schelten; vorhalten; tadeln; faszinieren; nachtragen; verleumden; vorrücken; entgegenhalten; intrigieren; zurechtweisen; etwas holen; nachtragend sein; jemandem etwas nachtragen; werben; abnehmen; entnehmen; rauben; stehlen; anwerben; wegnehmen; fortnehmen; wegholen
- sèche: Zigarette; Kippe; plötzlich; unerwartet; schlagartig; unversehens; unverhofft; unvermittelt; auf einmal; unvorhergesehen; unvermutet; jählings