Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Beil:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Beil (Duits) in het Frans

Beil:

Beil [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Beil (Axt; Streitaxt; Spalter; )
    l'hache; l'hachette; la cognée
    • hache [la ~] zelfstandig naamwoord
    • hachette [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cognée [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. Beil (Spitzhacke; Pickel; Hackbeil; )
    la pioche; le pic; la cognée
    • pioche [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pic [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cognée [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Beil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cognée Axt; Beil; Buschmesser; Hackbeil; Hacke; Hackmesser; Pickel; Spalter; Spitzhacke; Streitaxt Fleischmesser; Hackmesser
hache Axt; Beil; Buschmesser; Hackbeil; Hackmesser; Spalter; Streitaxt Fleischmesser; Hackmesser
hachette Axt; Beil; Buschmesser; Hackbeil; Hackmesser; Spalter; Streitaxt
pic Axt; Beil; Hackbeil; Hacke; Pickel; Spalter; Spitzhacke Berggipfel; Gipfel; Specht; Spitze
pioche Axt; Beil; Hackbeil; Hacke; Pickel; Spalter; Spitzhacke

Synoniemen voor "Beil":


Wiktionary: Beil

Beil
noun
  1. Kurzes, kleines, meist in einer Hand zu führendes Schlagwerkzeug mit scharfer Klinge (zum Spalten von Holz, zum Zerlegen von Tieren und zu anderem)
Beil
noun
  1. Instrument de fer servant à couper

Cross Translation:
FromToVia
Beil hachette hatchet — small axe