Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Diebstahl:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Diebstahl (Duits) in het Frans

Diebstahl:

Diebstahl [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Diebstahl (Entfremdung; Unterschlagung; Veruntreuung)
    le vol
    • vol [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Diebstahl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vol Diebstahl; Entfremdung; Unterschlagung; Veruntreuung Flug; Flugausflug; Flugreise; Flügschen; Plünderung; Raub; Unterschlagung; Veruntreuung

Synoniemen voor "Diebstahl":

  • Entwendung; Klauerei; Raub

Wiktionary: Diebstahl

Diebstahl
noun
  1. heimliche Entwendung fremden Eigentums
    • Diebstahlvol

Cross Translation:
FromToVia
Diebstahl vol diefstal — het zich onrechtmatig toe-eigenen van goederen of andere bezittingen die aan een ander toebehoren
Diebstahl larcin; chapardage petty theft — theft of property of low value
Diebstahl vol theft — act of stealing property

Verwante vertalingen van Diebstahl