Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
gut:
- juste; satisfaisant; approprié; correct; correctement; précisément; soigneusement; avec application; exact; exactement; précis; minutieux; minutieuse; minutieusement; magnifique; merveilleux; éblouissant; fabuleux; superbe; excellent; splendide; formidable; au mieux; de première classe; brillant; éclatant; saillant; grandiose; parfait; fantastique; sublime; resplendissant; avec éclat; fraîche comme un gardon; frais comme un gardon; frais comme l'oeil; fraîche comme l'oeil; réglo; chic; du tonnerre; terrible
- Gut:
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor gut (Duits) in het Frans
gut:
-
gut (korrekt; richtig; gründlich; genau; einwandfrei; tadellos; akkurat; gewissenhaft; haargenau; peinlich genau; minuziös)
juste; satisfaisant; approprié; correct; correctement; précisément; soigneusement; avec application; exact; exactement; précis; minutieux; minutieuse; minutieusement-
juste bijvoeglijk naamwoord
-
satisfaisant bijvoeglijk naamwoord
-
approprié bijvoeglijk naamwoord
-
correct bijvoeglijk naamwoord
-
correctement bijvoeglijk naamwoord
-
précisément bijvoeglijk naamwoord
-
soigneusement bijvoeglijk naamwoord
-
avec application bijvoeglijk naamwoord
-
exact bijvoeglijk naamwoord
-
exactement bijvoeglijk naamwoord
-
précis bijvoeglijk naamwoord
-
minutieux bijvoeglijk naamwoord
-
minutieuse bijvoeglijk naamwoord
-
minutieusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
gut (herausragend; phantastisch; grandios; großartig; vortrefflich; tipp-topp; glanzreich; glänzend; prachtvoll; enorm; stark)
magnifique; merveilleux; éblouissant; fabuleux; superbe; excellent; splendide; formidable; au mieux; de première classe; brillant; éclatant; saillant; grandiose; parfait; fantastique; sublime; resplendissant; avec éclat-
magnifique bijvoeglijk naamwoord
-
merveilleux bijvoeglijk naamwoord
-
éblouissant bijvoeglijk naamwoord
-
fabuleux bijvoeglijk naamwoord
-
superbe bijvoeglijk naamwoord
-
excellent bijvoeglijk naamwoord
-
splendide bijvoeglijk naamwoord
-
formidable bijvoeglijk naamwoord
-
au mieux bijvoeglijk naamwoord
-
de première classe bijvoeglijk naamwoord
-
brillant bijvoeglijk naamwoord
-
éclatant bijvoeglijk naamwoord
-
saillant bijvoeglijk naamwoord
-
grandiose bijvoeglijk naamwoord
-
parfait bijvoeglijk naamwoord
-
fantastique bijvoeglijk naamwoord
-
sublime bijvoeglijk naamwoord
-
resplendissant bijvoeglijk naamwoord
-
avec éclat bijvoeglijk naamwoord
-
-
gut (pudelwohl; prima; hervorragend; fabelhaft; sauwohl)
fraîche comme un gardon; frais comme un gardon; frais comme l'oeil; fraîche comme l'oeil-
fraîche comme un gardon bijvoeglijk naamwoord
-
frais comme un gardon bijvoeglijk naamwoord
-
frais comme l'oeil bijvoeglijk naamwoord
-
fraîche comme l'oeil bijvoeglijk naamwoord
-
-
gut (dufte; toll; tipp-topp; schick; großartig; super; tadellos; steil; hervorragend; stark; herrlich; riesig; hoch; prima)
réglo; chic; du tonnerre; terrible-
réglo bijvoeglijk naamwoord
-
chic bijvoeglijk naamwoord
-
du tonnerre bijvoeglijk naamwoord
-
terrible bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gut:
Synoniemen voor "gut":
Wiktionary: gut
gut
gut
Cross Translation:
adjective
noun
-
Marque un certain degré de perfection et d’utilité.
-
Au moins.
- bien → gut; mindestens
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gut | → bien; ok; d'accord | ↔ all right — good |
• gut | → bien | ↔ all right — fairly well |
• gut | → bien | ↔ fine — being acceptable, adequate, passable, or satisfactory |
• gut | → bon; bonne | ↔ good — acting in the interest of good; ethical good intentions |
• gut | → bon | ↔ good — useful for a particular purpose (it’s a good watch) |
• gut | → bon | ↔ good — healthful |
• gut | → bon | ↔ good — of food, having a particularly pleasant taste |
• gut | → bon | ↔ good — pleasant; enjoyable |
• gut | → bon | ↔ good — of people, competent or talented |
• gut | → bon | ↔ good — favourable |
• gut | → bon | ↔ good — beneficial; worthwhile |
• gut | → bien | ↔ well — accurately; competently |
• gut | → bien | ↔ well — to acknowledge a statement or situation |
• gut | → bien | ↔ goed — op goede wijze |
• gut | → bonne; bon | ↔ goed — kwaliteit bezittend |
• gut | → large | ↔ dik — ruim |
Gut:
-
Gut (Bauernhof; Höfe; Hof)
-
Gut (Territorium; Gelände; Gebiet; Grundstück; Zone; Bezirk; Revier)
le terrain; le territoire; l'emplacement; le rayon; la zone; le domaine; la région; le site; le champ; le jardin; l'enclos; le jardin ouvrier; le jardin familial -
Gut (Immobilien; Gebäude; Haus; Grundstück; Landgut; Hof; Häuser; Güter; Höfe; Landsitz; Grundbesitz)
la propriété immobilière; la propriété foncière; le fonds immobiliers; le biens immeubles; le biens immobiliers -
Gut (Frachtgut; Fracht; Ladung)
Vertaal Matrix voor Gut:
Synoniemen voor "Gut":
Wiktionary: Gut
Gut
Gut
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Gut | → bénédiction; feu vert; accord; OK | ↔ OK — endorsement; approval |
• Gut | → permis; pouvoir; bien | ↔ OK — all right, permitted |
• Gut | → domaine; propriété | ↔ estate — area of land under single ownership |
• Gut | → manoir | ↔ manor — landed estate |
• Gut | → bien | ↔ goed — iets concreets of abstracts dat men in bezit kan hebben |