Jargon: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Jargon:
- argot; jargon; baragouin; jargon professionel
Wiktionary:
- Jargon → jargon, zircon, argot
- Jargon → langage, jargon, argot, langue verte

Frans naar Duits: Meer gegevens...

jargon:
- Dialekt; Mundart; Heimatsprache; Akzent; Kauderwelsch; Gequassel; Jargon
Wiktionary:
- jargon → Jargon, Slang, Fachsprache
- jargon → Brabbeln, Murmeln, Sprache, Jargon, Slang, Umgangssprache

Duits

Uitgebreide vertaling voor Jargon (Duits) in het Frans

Jargon:

Jargon [der ~] zelfstandig naamwoord

der Jargon
l'argot; le jargon; le baragouin; le jargon professionel
- argot [le ~] zelfstandig naamwoord
- jargon [le ~] zelfstandig naamwoord
- baragouin [le ~] zelfstandig naamwoord
- jargon professionel [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Jargon:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
argot	Jargon	Akzent; Dialekt; Gossenjargon; Heimatsprache; Mundart
baragouin	Jargon	Gequassel; Kauderwelsch
jargon	Jargon	Akzent; Dialekt; Gequassel; Heimatsprache; Kauderwelsch; Mundart
jargon professionel	Jargon

Synoniemen voor "Jargon":

Begrifflichkeit; Fachchinesisch; Fachsprache; Fachterminologie; Terminologie; Sprache
Umgangssprache; nachlässige, oft fehlerhafte Ausdrucksweise; Slang; Gruppensprache; Gruppensprachgebrauch; Soziolekt

Wiktionary: Jargon

Jargon

noun

-
- Jargon → jargon
Mineralogie heller Zirkon
- Jargon → zircon

Jargon

noun

Vocabulaire et toutes particuliers utilisés exclusivement entre eux ceux qui exercent la même profession ou...
- argot → Jargon; Fachsprache; Fachchinesisch
langage corrompu
- jargon → Jargon

Cross Translation:

From	To	Via
• Jargon	→ langage; jargon	↔ language — vocabulary of a particular field
• Jargon	→ argot; langue verte; jargon	↔ slang — slang

Frans

Uitgebreide vertaling voor Jargon (Frans) in het Duits

jargon:

jargon [le ~] zelfstandig naamwoord

le jargon (argot; dialecte; parler régional)
der Dialekt; die Mundart; die Heimatsprache
- Dialekt [der ~] zelfstandig naamwoord
- Mundart [die ~] zelfstandig naamwoord
- Heimatsprache [die ~] zelfstandig naamwoord
le jargon (accent; patois; argot; dialecte)
der Dialekt; der Akzent; die Mundart
- Dialekt [der ~] zelfstandig naamwoord
- Akzent [der ~] zelfstandig naamwoord
- Mundart [die ~] zelfstandig naamwoord
le jargon (baragouin; charabia)
Kauderwelsch; Gequassel
- Kauderwelsch [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gequassel [das ~] zelfstandig naamwoord
le jargon (jargon professionel; argot; baragouin)
der Jargon
- Jargon [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jargon:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Akzent	accent; argot; dialecte; jargon; patois	accent; accent d'intensité; accent principal; accentuation; domaine qui mérite une attention particulière; inflexion; insistance
Dialekt	accent; argot; dialecte; jargon; parler régional; patois
Gequassel	baragouin; charabia; jargon	babillage; balivernes; bavardage; bavardages; bredouillage; cancan; causerie; clabaudage; coin-coin; commérage; commérages; jacassement; nasillement; papotage; racontars; radotage; radotages; ragots; verbiage
Heimatsprache	argot; dialecte; jargon; parler régional
Jargon	argot; baragouin; jargon; jargon professionel
Kauderwelsch	baragouin; charabia; jargon	baliverne; balivernes; bredouillage; bêtises; ineptie
Mundart	accent; argot; dialecte; jargon; parler régional; patois

Synoniemen voor "jargon":

argot; verlan; slang; langue verte; baragouin; langage; galimatias; charabia; bredouillage; bredouillement; cafouillage; pathos; cacographie; amphigouri; pataquès; embrouillamini; confusion; patois; dialecte; idiome; langue; parler; sabir; vocabulaire; glossaire; abécédaire; lexique; dictionnaire; mot; terme; terminologie

Wiktionary: jargon

jargon

noun

langage corrompu
- jargon → Jargon

jargon

noun

Ausdrucksweise einer bestimmten abgegrenzten Menschengruppe
- Slang → jargon
-
- Jargon → jargon
Linguistik, Soziolinguistik: alle in einem bestimmten Fach verwendeten Sprachformen und Begriffe
- Fachsprache → langue de spécialité; professionnel; jargon
Linguistik, Soziolinguistik: die für ein bestimmtes Fach spezifischen Sprachformen und Begriffe
- Fachsprache → langue de spécialité; professionnel; jargon

Cross Translation:

From	To	Via
• jargon	→ Brabbeln; Murmeln	↔ babble — inarticulate speech
• jargon	→ Sprache; Jargon	↔ language — vocabulary of a particular field
• jargon	→ Slang; Jargon; Umgangssprache	↔ slang — slang

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Jargon

Uitgebreide vertaling voor Jargon (Duits) in het Frans

Jargon:

Jargon [der ~] zelfstandig naamwoord

der Jargon

Vertaal Matrix voor Jargon:

Synoniemen voor "Jargon":

Wiktionary: Jargon

Uitgebreide vertaling voor Jargon (Frans) in het Duits

jargon:

jargon [le ~] zelfstandig naamwoord

le jargon (argot; dialecte; parler régional)

le jargon (accent; patois; argot; dialecte)

le jargon (baragouin; charabia)

le jargon (jargon professionel; argot; baragouin)

Vertaal Matrix voor jargon:

Synoniemen voor "jargon":

Wiktionary: jargon

Verwante vertalingen van Jargon