Duits

Uitgebreide vertaling voor Schwarm (Duits) in het Frans

Schwarm:

Schwarm [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schwarm (Abgott)
    l'idole; le dieu; le fétiche
    • idole [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dieu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fétiche [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schwarm (Menge; Schar; Herde; )
    la foule; la masse; la meute; la troupe; le grand nombre de gens; la multitude de gens
  3. der Schwarm
    la nuée; la volée
    • nuée [la ~] zelfstandig naamwoord
    • volée [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Schwarm (Andrang; Schar; Menge; )
    l'attroupement; la masse; l'affluence

Vertaal Matrix voor Schwarm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affluence Andrang; Ansturm; Gedränge; Gewühl; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Andrang; Betrieb; Emsigkeit; Gedränge; Gedrängtheit; Gemenge; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Masse; Menge; Menschenmenge; Rummel; Schar; Strom; Treiben; Trupp; Volksmenge; Zulauf; Zustrom; das Zuströmen; reges Leben; starkeVerkehr
attroupement Andrang; Ansturm; Gedränge; Gewühl; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Ansammlung; Anziehung; Auflauf; Zusammenlauf; Zusammenrottung
dieu Abgott; Schwarm Allmächtiger; Gottheit; Göttlichkeit; Herr; Herr des Himmels
foule Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Angelgerät; Ausschuß; Berg; Betrieb; Brut; Emsigkeit; Gedränge; Gedrängtheit; Gelichter; Gemenge; Geschirr; Gesindel; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Gezücht; Haufen; Horde; Kanaille; Klumpen; Lumpengesindel; Masse; Menge; Menschenmasse; Menschenmenge; Mob; Pack; Plebs; Pöbel; Rummel; Schar; Schund; Sippschaft; Stapel; Treiben; Trupp; Truppe; Volksmenge; Zeug; Zulauf; reges Leben; starkeVerkehr
fétiche Abgott; Schwarm Amulett; Fetisch; Glücksbringer; Maskotte; Talisman
grand nombre de gens Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge
idole Abgott; Schwarm Gott; Götzenbild
masse Andrang; Ansturm; Gedränge; Gewühl; Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Ansammlung; Bande; Berg; Brocken; Emsigkeit; Gedränge; Gemenge; Getreibe; Getue; Gewicht; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Grus; Haufen; Holzschuh; Horde; Häufung; Klecks; Klumpen; Masse; Menge; Menschenmasse; Menschenmenge; Meute; Rummel; Schar; Schlichthämmer; Schlägel; Schwere; Stapel; Stoß; Stärke; Treiben; Trupp; Truppe; Tölpel; Volksmenge; große Masse
meute Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Haufen; Horde; Jagd; Jagdexpedition; Jagdpartie; Menge; Schar; Trieb; Truppe; Viehpfad; Viehstiege; Viehtrieb
multitude de gens Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Haufen; Horde; Menge; Schar; Truppe
nuée Schwarm
troupe Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Ansammlung; Bande; Dichtung; Haufen; Horde; Kram; Menge; Meute; Mischmasch; Plunder; Sammelsurium; Schar; Schrott; Schund; Trieb; Truppe; Viehpfad; Viehstiege; Viehtrieb; Zusammengeraffte; Zusammenrottung
volée Schwarm Flug; Flugausflug; Flügschen

Synoniemen voor "Schwarm":


Wiktionary: Schwarm

Schwarm
noun
  1. Verband von Tieren, die sich gemeinsam schwimmend oder fliegend fortbewegen
Schwarm
Cross Translation:
FromToVia
Schwarm vol; passée bevy — large group of birds
Schwarm grappe; groupe cluster — group or bunch of something
Schwarm amourette; béguin crush — a short-lived and unrequited love or infatuation
Schwarm nuée; groupe; bande; vol flock — group of birds
Schwarm banc school — a group of fish
Schwarm essaim; grouillement swarm — large number of insects
Schwarm nuée; essaim swarm — a mass of people or animals in turmoil